Ik zit in mijn tuin bij het vuurtje. Af en toe komt het zonnetje door en is het meer dan aangenaam. Ik heb het gemist. De winter heeft lang genoeg geduurd. Door de straat loopt een oude man. Hij heeft een motorjas aan en een petje op met een zijspan erop. Ik knik vriendelijk en hij knikt terug. Dan komt hij de weg over gelopen en spreekt ons aan: “Weten jullie waar die growshop zit?“. Wij wijzen hem de weg en hij gaat een beetje hangen op het hout in de tuin. We praten wat over motoren en hij verteld dat hij geen motor meer heeft want hij is ziek. Hij heeft niet lang meer te leven.
Dan noemt hij plotseling MIJN naam in de derde persoon en vertelt honderduit. Hoe goed hij me kent, dat we de beste vrienden zijn geweest vroeger. Hij vertelt verhalen over mij en zelfs met mij. Verhalen die ergens een anker hebben in het verleden maar verder slechts het klok en klepel karakter dragen. Ik laat hem praten en val van de ene verbazing in de andere. Ik heb hem nog altijd niet mijn naam genoemd, benieuwd wat hij allemaal nog meer te melden heeft over die persoon Joseph, in de derde vorm. De meest sappige roddels krijgen vorm. Totdat hij het verhaal plots ombuigt: “Hij is wel veel veranderd, een echte klootzak geworden. Tegenwoordig wil ik hem niet meer zien.“.
Dan vind ik het genoeg en ik vraag hem: “weet je tegen wie je het hebt?“. Hij kijkt me aan en weet dat dus duidelijk niet. Ik help hem uit zijn illusie en als hij van de eerste schrik bekomen is wil hij me omhelzen. “Hee maat, hoe is het?“. Daar ben ik niet zo van gediend gezien de eerdere verhalen. Ik stel hem, volgens mij, zeer terechte vragen:
- Waarom vertel je deze verhalen?
- Waarom vertel je dat wij bevriend zijn of zijn geweest?
- Waarom vertel je verhalen duidelijk in de IK vorm waar je zelf nimmer bij bent geweest?
- Waarom vind je mij een klootzak (geworden) terwijl je me duidelijk helemaal niet kent?
Hij is een stuk stiller geworden en antwoord: “Ik moet maar weer eens gaan. Nog meer te doen.“. Ik kijk hem na als hij de straat uit loopt.
Werkelijk, dit heb ik nog nooit meegemaakt.