Het wordt persoonlijk (vervolg).

Nieuwenhuizen

Eerder schreef ik in dit blog al over het onbegrijpelijke optreden van de politie op 26 september jl : Het wordt persoonlijk. Ik deed daarop aangifte van ambtsmisbruik / machtsmisbruik en dit is een strafbaar feit en een MISDRIJF ( artikel 365 WvS ).Vandaag kreeg ik van de Hoofdofficier van Justitie te s-‘Hertogenbosch mr Nieuwenhuizen een brief waarin hij uitlegt dat deze kwestie niet verder vervolgd wordt. de brief bestaat uit een aaneenschakeling van artikelen in een poging recht te maken wat krom is.

Mr. Nieuwenhuizen begint dat er sprake is van artikel 429 WvS lid 1 en daardoor hadden agenten volgens artikel 55 lid 2 sv het recht om mijn tuin te betreden. Vervolgens werd mijn ID gevorderd en door weigering ontstond verdenking 447e WvS. Hierdoor was het gerechtvaardigd mij aan te houden.

Ik heb direct gereageerd met een verzoek aan het Gerechtshof in een poging het OM te dwingen alsnog tot strafvervolging over te gaan, de zogenaamde artikel 12 procedure. Ik wilde jullie de tekst van mijn verzoek niet onthouden:

Helmond, 17 december 2014

Edelgrootachtbare Heer / Vrouwe,

Op 3 oktober 2014 hebben wij bij de politie aangifte gedaan van machtsmisbruik / ambtsmisbruik tegen 2 agenten van politie. Gemeld strafbaar feit wordt door de Hoofdofficier van justitie te ‘s-Hertogenbosch niet (verder) vervolgd. Hierover willen wij ons beklag doen in de zin van artikel 12 Sv.

In het sepotbericht staan allereerst een aantal onjuistheden: Indien er sprake is van “verdenking” artikel 429 lid 1 WvS dan kan vervolgens artikel 55 sv niet van toepassing zijn. Artikel 55 strafvordering spreekt duidelijk van “ontdekking op heeter daad van een misdrijf” en artikel 429 WvS is geen misdrijf maar een overtreding (derde boek).

Daarbij is de verdenking van de overtreding 429 WvS zeer overdreven. Het betreft hier een zeer solide tuinhaard van steen met een schoorsteen van steen, 2,60 meter hoog, afgedekt met een zogenaamde gek. Voor de haard stond een “vonkenvanger”. Iedereen kan direct vaststellen dat deze situatie extreem veilig te noemen is. Deze situatie is ook niet in strijd met de ter plekke geldende apv ( artikel 5.5.1 lid 2.b. ).

Verder is hier een fout in de volgorde: op het moment dat de agenten de tuin betraden was er geen sprake van een “aanhouding van een verdachte” zoals artikel 55 sv voorschrijft. Toen de agenten, door meerdere personen, verzocht werden de tuin te verlaten omdat zij hiervoor geen grond hadden, was er een gesprek gaande over koetjes en kalfjes. Sterker nog: een agent liep de tuin in en vroeg naar een aantal lege wietzakjes. Pas lang hierna werd een ID gevorderd, zonder opgaaf van reden, en geweigerd waardoor er, volgens de agenten, een reden van aanhouding ontstond. Artikel 55 sv spreekt, zowel in lid 1 als in lid 2, zeer duidelijk over “ter aanhouding van den verdachte” en ten tijde van de betreding van de tuin was hiervan geen enkele sprake.

Zelfs al is de reden van aanhouding artikel 447.e WvS dan is er wederom geen sprake van een misdrijf maar van een overtreding en is artikel 55 sv NIET van toepassing.

Ook de Politiewet artikel 8 lid 1 vermeld “voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van de politietaak”. Op dat moment was ook hiervan geen enkele sprake. Een gesprek met buurtbewoners over koetjes, kalfjes en wietzakjes brengt niet de noodzakelijkheid met zich mee die beschreven staat in de politiewet. Er was slechts sprake van nieuwsgierigheid of zelfs een aanleiding zoeken die weer een aanleiding kan vormen voor aanhouding.

Daarbij mag de burger van de politie enige duidelijkheid verwachten in het optreden. Omdat de agenten geen enkele reden aangaven waarom ze dit ID vorderde, zelfs niet toen hier herhaaldelijk om gevraagd werd, ontbreekt ook enige duidelijkheid. Dienstdoende verbalisanten zouden een geldige reden voor vordering ID hebben gehad als ze bijvoorbeeld een boete / verbaal wilden uitschrijven. Hiervan was én is echter geen sprake. Wij hebben slechts strafbeschikkingen ontvangen omtrent het weigeren ID en verzet bij arrestatie.

Niet vergeten mag worden dat wij ons bevonden in onze eigen tuin aan ons eigen huis. De vraag mag gesteld worden of een burger, in eigen tuin of huis, een ID bij zich moet dragen. Tevens is er voor het vorderen van een ID in eigen tuin of huis mijns inziens een gewichtige reden nodig. Deze reden ontbrak op dat moment en is ook zeker niet kenbaar gemaakt.

Tenslotte dient opgemerkt te worden dat wij vele bewijsmiddelen hebben overlegd waaronder filmbeelden waar het optreden van de agenten op vastgelegd is. Deze filmbeelden hebben voor veel opschudding gezorgd. Vele burgers hebben zeer verontwaardigd gereageerd op de beelden. Het is dan ook zeer voorbarig van het OM deze aangifte te seponeren en het zou het OM sieren om deze casus juist voor te leggen aan de rechtbank om een onafhankelijk oordeel en precedent te scheppen. Het op deze wijze, met opsomming van artikelen, afdoen van een serieuze aangifte geeft de schijn van een “verdediging” van de verdachten waartegen de aangifte is gedaan.

Mocht het Gerechtshof willen beschikken over deze filmbeelden, voor zover deze niet zullen worden ingebracht door het OM, dan zijn wij, bij eerste verzoek, bereid deze te overleggen.

Al met al is er ons inziens wel degelijk sprake van ambtsmisbruik / machtsmisbruik en zijn betrokken agenten ver buiten hun boekje gegaan. Wij zouden ook graag zien dat het gerechtshof deze casus terug verwijst naar het OM voor vervolging.

In afwachting van uw oordeel verblijft,

Met de meeste hoogachting,

Joseph Raaijmakers

Wordt vervolgd …………. > VERVOLG

Verwijzingen artikelen ( bron wetten.overheid.nl )

Artikel 429 Wetboek van Strafrecht: Met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft: lid 1: hij die een vuurwapen afschiet, een vuurwerk ontsteekt of een vuur aanlegt, voedt of onderhoudt op zo korte afstand van gebouwen of goederen, dat daardoor brandgevaar kan ontstaan; ( Derde Boek = Overtreding )

Artikel 447e Wetboek van Strafrecht: Hij die niet voldoet aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden of … … wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie. ( Derde Boek = Overtreding )

Artikel 55 Wetboek van Strafvordering: lid 1. In geval van ontdekking op heeter daad van een misdrijf kan ieder, ter aanhouding van den verdachte, elke plaats betreden, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner en van de plaatsen, genoemd in artikel 12 van de Algemene wet op het binnentreden (Stb. 1994, 572). lid 2. Zoowel in geval van ontdekking op heeter daad als buiten dat geval kan iedere opsporingsambtenaar, ter aanhouding van den verdachte, elke plaats betreden.

Verbod vuur te stoken Artikel 5.5.1 APV Helmond lid 1: Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben. lid 2: Het verbod geldt niet voor over het betreft: onder b: sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, indien geen afvalstoffen worden verbrand;

Artikel 8 Politiewet: lid 1: Een ambtenaar van politie die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, is bevoegd tot het vorderen van inzage van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht van personen, voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van de politietaak.

Dit bericht is geplaatst in Het wordt persoonlijk. Bookmark de permalink.