Vergelijken met nazi-slachtoffers

KuzuDe stigmatisering groeit net als in de jaren dertig” schrijft Trouw naar aanleiding van uitspraken van Tunahan Kuzu. Hij zegt: “Op vier mei is bijna iedereen twee minuten stil. Maar helaas zwijgt de grote meerderheid ook de rest van het jaar.“. Hij vervolgd: “Stigmatisering lijkt even vanzelfsprekend als het inademen van zuurstof.“. Gedurfde uitspraken? Of heeft hij een punt?

DDSDe Dagelijkse Standaard valt erover: “Walgelijke Kuzu vergelijkt op 4 mei Nederturken met nazi-slachtoffers“. Als argument gebruikt De Standaard: “Hoeveel bordjes “Moslims verboden” zie jij hangen bij de ingang van parken, winkels en bioscopen? Precies: nul. De vergelijking van Kuzu gaat volledig mank.“.

NoColorsMenuVolledig MANK zegt de Dagelijkse Standaard. VOLLEDIG MANK! Maar toch treffen we deze poster aan op de deur van een ingang van een café. “Op last van Burgemeester, secretaris en HANDHAVING“.

Deze foto laat zien dat de opmerking van de Dagelijkse Standaard “volledig mank” gaat. Er worden dus groepen geweigerd aan de deur en zelfs op last van de OVERHEID!

Als ik het ga uitzoeken ligt er een brief van de burgemeester aan ten grondslag:

BurgemeesterKokU bent geïnformeerd over het feit dat wij extra aandacht zullen hebben voor uw horeca-inrichting en relevante informatie zullen doorspelen naar de daarvoor bestemde veiligheidspartners.

De Burgemeester vervolgd: “Als laatste wil ik u uitdrukkelijk verzoeken om in uw huisregels voor de horeca-inrichting een ‘color-verbod’ op te nemen.

Hoogachtend, Burgemeester drs. G.L.C.M. de Kok“.

Een 2e brief is ondertekend door de gemeente-secretaris maar mede namens de de ambtenaar openbare orde en veiligheid verstuurd, aldus de brief.

Bij de gemeente heb ik bezwaar gemaakt maar die wijzen het bezwaar af. De gemeente “heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een besluit zoals bedoeld in artikel 1:3 eerste lid, van de Awb. Aan een verdere inhoudelijke beoordeling van het bezwaarschrift is de commissie daarom niet toegekomen.”.

GEEN INHOUDELIJKE BEOORDELING!

Een BESLUIT ( 1:3 AWB ): “een schriftelijke berichtgeving, waarin een beslissing wordt genomen, die is toegezonden door een bestuursorgaan, waarbij de inhoud van de brief een publiekrechtelijke aard is en er sprake is van een beoogd rechtsgevolg.

  • beslissing
  • schriftelijk

De commissie geeft zelf al aan dat “Vaststaat dat de verstuurde brief aangemerkt kan worden als een schriftelijke berichtgeving.”. Hierover is dan ook geen twijfel.

  • bestuursorgaan

De eerste brief is ondertekend door de Burgemeester en mede namens een “ambtenaar openbare orde en veiligheid” verstuurd. Ook daar lijkt geen twijfel.

  • publiekrechtelijke aard
  • beoogd rechtsgevolg

Ook daar kan weinig twijfel over bestaan. De brieven zijn verstuurd uit naam van orde en handhaving en beogen een groep mensen de toegang te weigeren in een café. Het beroepschrift wordt opgesteld en de gang naar de bestuursrechter daarmee gemaakt. Maar tijdens de zitting gebeuren er vreemde zaken:

  • Mijn pleitnotities worden niet aangenomen en ik mag er ook niet uit voorlezen. De rechter wil het kort houden. Het gaat tenslotte ALLEEN om ontvankelijkheid.
  • De gemeente claimt dat men heeft gehandeld vanuit haar “privaatrechtelijke” rechtspositie van “verhuurder“. Daarom is de 2e brief ook ondertekend door de gemeente-secretaris. Om die reden is het geen BESLUIT en is beroep dus niet ontvankelijk.
  • De eerste brief bewijst het tegendeel maar de rechter schuift deze terzijde omdat wij de 2e brief als BESLUIT hebben aangevoerd waarop we bezwaar maken. Dit alles ondanks dat de 1e brief aanwezig is en bekend is bij beide partijen.
  • Argumenten aangevoerd in de brieven op basis van “orde en handhaving” doen de rechter niet van mening veranderen.

Het vonnis is onbegrijpelijk:

De rechtbank stelt voorop dat in beroep uitsluitend ter beoordeling voorligt of het college eiseres bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Aan een inhoudelijke beoordeling van de standpunten van partijen over het colorverbod wordt dan ook niet toegekomen.“.

Reeds vanwege het feit dat de brief niet van een bestuursorgaan afkomstig is, ziet de rechtbank geen aanleiding eiseres te volgen in haar stelling dat het college met het versturen van deze brief zijn bevoegdheden op een oneigenlijke manier heeft aangewend. Het voorgaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de brief van 4 december 2014 niet als een besluit in de zin van de Awb kan worden aangemerkt. Het college heeft het bezwaar van eiseres tegen die brief terecht niet-ontvankelijk verklaard.

Wederom geen inhoudelijk oordeel dus. Het feit ligt er dat onze overheid openlijk discrimineert en haar burgers hiertoe aanzet maar vervolgens het bezwaar hierop niet inhoudelijk behandelt op (vergezochte) juridische gronden. Vervolgens wringt de bestuursrechter zich in allerlei bochten om daar achter te gaan staan.

OngewenstIk heb inmiddels de conclusie getrokken dat de stigmatisering groeit, net als in de jaren dertig. Maar vooral, net als in de jaren dertig, op aangeven van de overheid en andere politici die de kachel constant opstoken. Maar het meest schandalige is dat de bestuursrechter rugdekking geeft.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.