Het filmpje is al viral gegaan maar dat geeft natuurlijk niet het hele verhaal weer. Vandaar dat ik het hele verhaal hier maar weer eens opteken:
5 mei, Bevrijdingsdag, dag dat we de vrijheid vieren. Op de markt staat een bandje te spelen en het weer is fantastisch. Een biertje erbij en goed gezelschap en het is heerlijk toeven. Ik had ook al snel een beetje teveel genuttigd dus belde ik mijn zoon om de motor veilig naar huis te brengen. Dat was alvast geregeld.
Om een uur of zeven is het welletjes. Ik loop maar eens naar huis voordat ik niet meer kan lopen. Samen met mijn meisje lopen we rustig door de Heistraat. Een motoragent komt tegemoet en kijkt duidelijk naar me. Hij zwaait naar me of we al jaren bevriend zijn. Waarom? Geen idee. Wellicht heeft hij mijn vestje gezien en gedacht te zwaaien naar een mede-biker. Weet ik veel. Ik ben er, in ieder geval, niet van gediend. Ik zwaai dan ook terug, met mijn middelvinger.
Ogenblikkelijk draait de motor om en de agent gebied me te stoppen, nog vanaf de motor. Marielle trekt aan mijn arm: “Kom op. Ga mee naar huis. Geen discussie.“. Ik wil ook doorlopen maar de agent wordt dwingender en pakt mijn arm vast. “Ik vorder je ID.“. Ik krijg het “bekende verhaal” gevoel en besluit om eens niet moeilijk te doen. Ik pak mijn rijbewijs en overhandig het. Hij bekijkt het en doet een stapje terug. Met zijn mobilofoon wordt contact gelegd. “Mag ik mijn rijbewijs terug?“. “Nee, je bent aangehouden.“. “Waarvoor? Voor het middelvingertje? Of heb je een andere reden?“. De agent antwoord: “Voor belediging.“.
Belediging. Door mijn hoofd schieten de rechtszaken die we gevoerd hebben tegen de politie en de minister. Het stelselmatig documenten verspreiden met leugens en beledigingen. Het stelselmatig smaad en laster verspreiden. De rechter vond het allemaal niet echt belangrijk. Smaad, laster, belediging. Het is allemaal of niet bewezen dan wel niet ontvankelijk. Maar aan de andere kant is één middelvingertje wel voldoende?
Mijn maatje is intussen aan het filmen. De agent noemt hem kinderachtig. Dat maakt me boos: “Kinderachtig? KINDERACHTIG? Hij is kinderachtig? Je neemt me mee naar het bureau voor een middelvingertje en HIJ is kinderachtig? Hier! FUCK YOU!“.
Ik word melancholisch, sarcastisch, ironisch. Ik ben er zo klaar mee. Deze diender is er met zijn collega’s verantwoordelijk voor dat ik het afgelopen jaar 3 keer ben vastgezet, om niets getuige de sepots en vrijspraken. Dat mijn bedrijf naar de klote is en mijn inkomsten tot onder het minimum zijn gedaald. De haat is niet genetisch bepaald of zo; de haat komt uit de ervaring die ik heb met deze dienders. FUCK YOU! Ik ben klaar met jullie. Wat wil je doen? Het ergste dat je kunt doen is me een bed aanbieden en dan ga ik erop vooruit. Dat heb ik namelijk al een paar jaar niet meer. FUCK YOU! Ik ben niet bang. Ik buig niet en je kunt me ook niet breken. FUCK YOU! Mijn middelvinger(s) gaan als automatisch elke keer weer omhoog. FUCK YOU! Mijn tirade stopt niet. FUCK YOU! Wat wil je doen. Krijg ik nu een nekklem? FUCK YOU!
Een politie-auto met 2 collega’s arriveert. Blijkbaar mag ik niet achterop mee naar het bureau. Om alle twijfel overboord te gooien dat het persoonlijk is krijgen de zojuist gearriveerde dienders exact dezelfde behandeling: FUCK YOU! Hier: DOUBLE FUCK YOU! Duidelijk niet persoonlijk. De FUCK YOU is gericht aan het apparaat; aan het systeem dat alleen maar dienders beschermt en de hand boven het hoofd houdt. De FUCK YOU is gericht aan de uniformen die alleen maar lijken te onderdrukken. Het is niet persoonlijk. FUCK YOU! Jullie kunnen me niet meer raken; niets meer van me afnemen.
De omstanders stromen in grote getale toe. Blijkbaar is het lachwekkend want iedereen staat te schaterlachen. Ik vind het niet lachwekkend. Ik vind het triest. Ik loop gedwee mee naar de auto. Een laatste FUCK YOU naar het publiek. Tot straks.
Op het bureau wordt ik ontdaan van vest, riem, schoenen en alle andere zaken. In een betonnen celletje komt de motor-agent nog even kort bij me staan met een onvriendelijke dreigende blik. 2 collega’s vlak achter hem. “Komt nu de nekklem? Of gaan jullie me nu een pak slaag geven? FUCK YOU!”. De celdeur gaat dicht, zonder een woord.
Even later gaat de celdeur open. “We gaan je even voorgeleiden aan de hulp-officier.“. Een paar deuren verderop wordt ik naar binnen geleid. Aan de muur hangt een scherm en daarop is een politie-agent te zien. Uit de speakers klinkt: “Weet u waarvoor u bent aangehouden?”. “Waarschijnlijk omdat ik een middelvinger heb opgestoken naar het “bevoegd gezag”. En dat heb ik gedaan. FUCK YOU!“. Mijn middelvingers gaan als gedwongen weer omhoog. “En ik maak geen verschil. Vandaag krijgen ALLE agenten een FUCK YOU van me. U ook. Hier: FUCK YOU!“. De video-conferentie wordt verbroken. Deze agent heeft er blijkbaar genoeg van. Tja, voordeel van video; die kun je stoppen op elk gewenst moment. Maar heeft deze hulp-officier gedaan wat ie doen moest? Op mijn rechten gewezen? Vertelt wat er komen gaat? Nee, niet echt.
Ik ga weer terug naar de cel. Een rechercheur maakt me wakker. “Ik moet je verhoren.“. Verhoren? Waarvoor? Omdat ik een middelvinger op heb gestoken. Jij ook een? Hier: FUCK YOU. Wil je er 2? Hier: DOUBLE FUCK YOU! Ik discrimineer niet. Alle politie-agenten krijgen de middelvinger vandaag: FUCK YOU! De celdeur gaat weer dicht.
Ik wordt wakker van mijn blaas. Oei, oei, het bier wil eruit. Ik druk op het belletje in de cel. Er gebeurd niks. Nog eens; en nog eens. In totaal bel ik 9 keer maar krijg geen gehoor. Ik besluit mijn blaas maar in de hoek van de cel te ledigen. De foldertjes gooi ik erin zodat ze het zien. Anders glijden ze er misschien over uit. Ik kijk naar de plas die door de voegen langzaam de deur bereikt. Het stroomt onder de deur door de gang in. Ik leg mijn hoofd weer op mijn armen en probeer verder te slapen als er plotseling geluid uit de stalen speaker komt: “u had gebeld?“. Hahaha. Te laat. Ik heb al in de hoek gepist. FUCK YOU! Weinige seconden later gaat de celdeur open en 2 agenten staan stomverbaasd naar de rivier te kijken. “Dat gaat u geld kosten!“. Whatever. FUCK YOU!
Na een kort dutje gaat de deur weer open. “Wakker worden!“. “Als u dit even opruimt mag u gaan.“. Hahaha, wat denk jezelf? Ik draai om en leg mijn hoofd weer op mijn armen. Dan blijven we nog maar even. Het blijkt bluf. Ik mag toch gaan, ook zonder opruimen. “Wil u hier even tekenen.“. “Waarvoor?“. “We hebben onderzoek gedaan op uw telefoon“. “Waarom?“. “Omdat we dat kunnen en mogen in het kader van het onderzoek.“. “Welk onderzoek?“. Whatever. FUCK YOU!
Op de gang krijg ik mijn spulletjes terug. Al de zakken van mijn vest zijn geledigd. Ik wil even een en ander controleren. “Hee, mijn portemonnee is LEEG!“. “Wat wil je daarmee zeggen?“. “Dat mijn portemonnee leeg is.“. “Ja, maar wat wil je nu zeggen?“. “Dat mijn portemonnee leeg is“. De overduidelijk geïrriteerde agent pakt al mijn spullen bij elkaar en gooit ze in een zak. Hij loopt weg en snauwt me toe: “VOLGEN! Die zooi zoek je maar buiten uit.“. Bij de voordeur van het bureau gooit hij de zak op het bordes. “En nou oprotten!”. De deur valt achter me dicht nog voordat ik de zak heb opgepakt. Ik ben blij dat ik mijn horloge al heb aangedaan. Mijn telefoon is gelukkig beschermd door een rubber hoesje. Rustig doe ik mijn riem om en doe al mijn zaken weer op de juiste plek in mijn vestje. Ik loop weg zonder om te kijken naar de MuziekCafé. Biertje happen. FUCK YOU!