Onlangs werd ik staande gehouden in het uitgaansgebied in Eindhoven. Na vordering ID (waaraan ik weigerde te voldoen om meerdere redenen) werd ik aangehouden en voor de nacht ingesloten. Deze week ontving ik een strafbeschikking. Als ik 90 euro betaal (plus 7 euro administratiekosten) beken ik schuld en is de zaak afgedaan. Voor vele burgers zal de verleiding groot zijn om dit te doen.
Op de strafbeschikking wordt gesproken over art 447e Wetboek van Strafvordering * en art 2 wet op de identificatieplicht **. Wat me opvalt is dat er géén andere (plaatselijke) wetgeving wordt genoemd. Toch wordt er vaak gesuggereerd, door de burgers maar ook zeker door de politie, dat er op bepaalde tijden in het uitgaansgebied van Eindhoven, speciale regels gelden t.a.v. het identificeren. Men gaat er algemeen vanuit dat een agent zonder verdere aanleiding van iedereen een ID mag vorderen.
Ik ben daar eens ingedoken: In de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven 2012 (APV 2012) is hier NIETS over te vinden. Ook kan ik op de site van de gemeente niets vinden over speciale (nood)verordeningen. Dan maar even bellen met de Gemeente Eindhoven: Het secretariaat bestuur en de juridische afdeling van de gemeente Eindhoven is er NIETS over bekend. Daar kom ik niet verder.
Ook een telefoontje naar de politie geeft geen uitkomst. Zowel de buurt-brigadier als het team horeca kent deze wetgeving NIET. Ik kan de conclusie trekken dat deze wetgeving niet bestaat en het dus allemaal op een (bewust verspreide?) mythe berust.
Dan rest de landelijke wetgeving en in artikel 2 WID wordt verwezen naar artikel 8 van de Politiewet 2012 ***. Daarin staat de duidelijke voorwaarde “voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van de politietaak“.
Eens kijken wat de betrokken verbalisant aangeeft als reden voor de vordering ID:
- Maar dan moet je andere kleding aantrekken
- Omdat je van stratumseind af komt
- Omdat je allemaal van die colors draagt
Is dat “redelijkerwijs noodzakelijk“? Volgens mijn bescheiden mening geven deze redenen geen noodzakelijkheid weer. Daarbij dient opgemerkt te worden dat:
- de agent mij kende en herinnerde van een eerdere controle (waar ik wel meewerkte)
- ik voor de parkeergarage stond en op weg naar huis was
- op de celdeur mijn volledige identiteit op papier hing
Toch vond de betreffende diender het nodig om zelfs de volgende dag, in de cel, te dreigen met “Ik moet uw identiteit vaststellen, anders ga ik uw detentie verlengen en overdragen aan de vreemdelingendienst.”.
97 euro kost de weg van de minste weerstand. 97 euro kost het buigen voor deze misstanden en verder gaan met mijn leven. 97 euro voor het akkoord gaan met “AUSWEIS BITTE!”. Ik realiseer me dat de grote meerderheid dit zal doen. Sterker: de grote meerderheid zou al in beginsel braaf zijn ID getoond hebben. Maar als we collectief zwijgen blijft dit machtsmisbruik gewoon bestaan. Als we allemaal de weg van de minste weerstand kiezen geven we onze goedkeuring aan de (steeds verdergaande) vorming van een politiestaat.
Het moge duidelijk zijn dat ik direct VERZET heb aangetekend!
Vervolg: En de biker is weer los (deel 3)
* – art 447e WvSr – Hij die niet voldoet aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden of medewerking te verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken, hem opgelegd krachtens de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht, de Overleveringswet, de Uitleveringswet, de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen, de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen of de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
** – art 2 WID – Een ieder die de leeftijd van veertien jaar heeft bereikt, is verplicht op de eerste vordering van een ambtenaar als bedoeld in artikel 8 van de Politiewet 2012 of artikel 6a van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten, een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 ter inzage aan te bieden. Deze verplichting geldt ook indien de vordering wordt gedaan door een toezichthouder.
*** – art 8 lid 1 PolW – Een ambtenaar van politie die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, is bevoegd tot het vorderen van inzage van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht van personen, voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van de politietaak.
Vervolg: En de biker is weer los (deel 3)