Eindverslag van het onderzoek naar een mogelijke relatie tussen Covid-19 vaccinaties en oversterfte in Nederland 2021 – 2023
Conclusies en aanbevelingen
We hebben in dit rapport de relatie tussen Covid-19 vaccins en de oversterfte op veel verschillende manier bekeken en besproken. Het is nu tijd om onze conclusies samen te vatten en om aanbevelingen te doen aan de politiek, maar ook aan de media in Nederland. De oversterfte zelf staat niet ter discussie. We hebben in Hoofdstuk 2 gezien dat het sterftepatroon in Nederland na de uitrol van de Covid-19 vaccins zowel kwantitatief als kwalitatief is veranderd. Gezien de unieke omstandigheden is een onderzoek naar de relatie tussen vaccins en sterfte niet alleen redelijk, maar in onze ogen zelfs noodzakelijk. De Nederlandse overheid maakt zich er tot nu toe te makkelijk van af. Dit is bijvoorbeeld wat minister Ernst Kuipers erover schreef op 2 februari 2023:
Er is wereldwijde wetenschappelijke consensus over de veiligheid en effectiviteit van de COVID-19-vaccins. Instellingen als het CBS, het RIVM en Lareb houden nieuw onderzoek nauwlettend in de gaten. Ik zie geen enkele aanleiding om hieraan te twijfelen. Uit meerdere onderzoeken in binnen- en buitenland is gebleken dat het risico op overlijden na vaccinaties klein is. Binnen het vorig jaar uitgevoerde oversterfte onderzoek door het CBS en het RIVM, is gekeken naar het risico op overlijden binnen acht weken na COVID-19-vaccinatie. Uit dit onderzoek blijkt voor geen enkele leeftijdsgroep of vaccindosis een verhoogd risico op overlijden. Ook monitort bijwerkingencentrum Lareb de mogelijke bijwerkingen van de COVID-19-vaccins. Ook meldingen van overlijden na vaccinatie worden door Lareb onderzocht. Hierbij wordt benadrukt dat een melding van overlijden na vaccinatie niet betekent dat het vaccin de oorzaak is van het overlijden. Lareb geeft aan dat bij een groot deel van de meldingen een reeds bestaand gezondheidsprobleem de meest voor de hand liggende verklaring voor het overlijden is. Bij een aantal meldingen hebben bijwerkingen mogelijk bijgedragen aan het verslechteren van een al kwetsbare gezondheidssituatie of sluimerende onderliggende conditie, al dan niet door hoge leeftijd. Het gaat om bekende bijwerkingen van de COVID-19-vaccins, zoals koorts, misselijkheid en algemene malaise. In een aantal gevallen was COVID-19 de oorzaak van het overlijden. Het betrof vaak mensen van boven de 80 jaar die al voor de vaccinatie besmet waren geraakt met het coronavirus.
De eerste conclusie die uit ons onderzoek getrokken kan worden is dat de referentie
van Kuipers naar de “wereldwijde wetenschappelijke concensus” en de “meerdere onderzoeken in binnen- en buitenland” volstrekt niet meer overtuigend is. Onze meta-analyse in Hoofdstuk 4 liet zien dat de kwaliteit van de wetenschappelijke artikelen op dit terrein over het algemeen zeer matig was. We hebben verder in Hoofdstuk 6 geconcludeerd dat het onderzoek van het CBS en het RIVM waar de minister naar verwijst inadequaat was.
Dit vanwege enerzijds het niet of nauwelijks onderkennen van een belangrijk healthy
vaccinee effect, en anderzijds vanwege het feit dat we goede redenen hebben aangevoerd om te concluderen dat de data in de CBS vaccinatie-microdata bestanden vervuild zijn en/of ernstige lacunes vertonen. Immers, we zagen dat vaccinatierondes consequent leidden tot een plotselinge en extreem verhoogde sterfte onder de ongevaccineerden in dezelfde leeftijdsgroep als de gevaccineerden. Dat gegeven laat zich bijna niet anders verklaren dan door datavervuiling. Gecombineerd met het healthy vaccinee effect hebben we laten zien dat het niet anders kan dan dat de hoge geclaimde vaccin-effectiviteit het resultaat is van artefacten. En tegelijk laten deze resultaten, zowel op basis van sterftedata als op basis van ziekenhuisdiagnoses, een ernstig veiligheidssignaal zien in de vorm van de genoemde sterftepieken.
De conclusies van het CBS en het RIVM in hun studies trekken zijn dan ook simpelweg onhoudbaar. Eerder, in Hoofdstuk 3, zagen we al dat er wel degelijk aanwijzingen zijn die duiden op serieuze bijwerkingen van de vaccins. Ook onze macro-analyse in Hoofdstuk 5 wijst hierop. We constateerden daar een vreemd fenomeen: op basis van de gegevens van het CBS zelf konden we zien dat de bescherming van de vaccins de eerste vier weken na vaccinatie zelfs negatief is. Daarna volgt een periode van matige bescherming die echter weer snel wegebt. We hebben noch in onze micro-, noch in onze macro-analyses signalen gezien dat de vaccins uiteindelijk echt bescherming hebben geboden tegen algemene sterfte. De door ons gevonden onbetrouwbaarheid van de data bleef niet beperkt tot het CBS. Ook datasets van het RIVM en de EMA blijken vervuild: er verdwijnen bij de EMA dossiers in de loop van de tijd – iets dat we konden vaststellen omdat we door de tijd heen regelmatig downloads hebben verricht van de EMA-data.
Het algemene beeld is dus niet zo positief.
Natuurlijk moet vervolgens de vraag gesteld worden of er medisch gezien argumenten kunnen zijn die een eventuele relatie tussen Covid-19 vaccins en sterfte zouden kunnen verklaren. In Hoofdstuk 8 van dit rapport zijn we op die vraag ingegaan. De meeste rapportages van ernstige bijwerkingen zijn methodologisch niet geschikt om in te schatten hoe vaak ze voorkomen na vaccinatie. Het is onbegrijpelijk dat hier nog altijd onvoldoende zicht op is. Tot nu toe heeft de Nederlandse overheid weinig interesse getoond om de veiligheid en werking van de vaccins echt te onderzoeken. Minister Pia Dijkstra weigerde zo’n onderzoek zelfs in 2024 nog. We zagen al dat verwijzingen naar internationale studies en studies van het CBS/RIVM zeker niet maatgevend meer kunnen zijn.
Een van de dingen die absoluut gedaan moeten worden is het tot de bodem uitzoeken of de door ons geïdentificeerde vermoede data-vervuiling correct is, en zo ja, hoe dat heeft kunnen plaatsvinden. Wij kunnen en willen op voorhand niemand beschuldigen van moedwillige misleiding of fraude; we hebben echt geen idee hoe e.e.a. heeft kunnen gebeuren en speculeren niet over de redenen ervan. Ook als er een betere, alternatieve verklaring voor de bevindingen is, horen we dat graag. Dit geldt evenzeer voor de cijfers en data van de EMA. Dit onderzoek moet in handen komen van een commissie die een volledig vrije toegang tot alle mogelijke dossiers moet krijgen, zonder enige beperking.
Statistiek zoals beschreven en uitgevoerd in dit rapport maakt een zeker causaal verband tussen Covid-19 vaccinaties en sterfte aannemelijk. Maar om er zeker van te zijn is meer nodig. Wij stellen voor een groot biomedisch onderzoeksprogramma te initiëren, waar bijvoorbeeld autopsies een belangrijk onderdeel van zijn, zoals dat in Duitsland al enigszins van de grond is gekomen.
Transparantie in de wetenschap is cruciaal.
Overheden kunnen nu te makkelijk naar het CBS en het RIVM verwijzen, zonder dat collega-wetenschappers de bevindingen makkelijk kunnen controleren. Wij waren in de uitzonderlijke situatie dat een van de onderzoekers in ons team uitgebreid onderzoek heeft kunnen doen in de micro-data omgeving van het CBS, met behoorlijk verstrekkende conclusies. Ook ons werk zou gecontroleerd en overgedaan moeten worden, door iedereen die dat belangrijk genoeg vindt. Wij zijn in ieder geval van mening dat dit van zeer groot belang is. Hiervoor is een andere omgang met data vereist. Dat is binnen de huidige WBP zeker mogelijk. We merken op dat het vakgebied epidemiologie, waar het hier vaak over gaat, ook haar grenzen kent. Al in 1995 verscheen in Science een “special news report” met als titel “Epidemiology faces its limits”. In dat artikel wordt gewaarschuwd voor de enorme bias die veel onderzoek teistert, en vooral ook voor de manier waarop de pers ermee om gaat:
En, hoe voorzichtig de onderzoeker ook zijn conclusies mag rapporteren en de nadruk legt op de noodzaak van verdere evaluatie, […] een groot deel van de pers zal weinig aandacht schenken aan dergelijke waarschuwingen. […] Tegen de tijd dat de informatie de publieke opinie bereikt, via print of scherm, zal de voorzichtige suggestie waarschijnlijk als een feit worden geïnterpreteerd. Dit is wat een epidemioloog noemt de “onheilige alliantie” tussen epidemiologie, de tijdschriften en de lekenpers. De eerste artikelen over een vermoedelijke associatie “komen binnen bij het grote publiek op een manier die op geen enkel ander wetenschappelijk gebied gebeurt.” zegt Walker van Harvard. “En zodra een mogelijke link openbaar is, kan het vrijwel onmogelijk zijn om in diskrediet te brengen.“
Maar het allerbelangrijkste wat moet gebeuren is dat we in Nederland anders tegen dit dossier moeten gaan aankijken. We hebben met dit rapport genoegzaam duidelijk gemaakt dat de Covid-19 vaccins waarschijnlijk helemaal niet “veilig” en “95% effectief” zijn, zoals de achtereenvolgende ministers van Volksgezondheid als een mantra lange tijd hebben beweerd.
De Nederlandse media, met verschillende wetenschapsjournalisten voorop, hebben tot nu toe alles aangegrepen om een mogelijke verdenking van de vaccins al bij voorbaat belachelijk te maken. Wetenschappelijk werk dat anders concludeerde werd bij voorbaat niet serieus genomen en elke studie die in het straatje van politici of journalisten kwam werd juichend ontvangen. Dat is natuurlijk geen situatie waarin de waarheid, wat deze ook mag zijn, makkelijk boven tafel komt.
In dit verband is het tekenend dat we dit onderzoek zelf moesten financieren. De recente ophef over het artikel waar we op bladzijde 2 uit citeren is ook een teken aan de wand. Onze samenleving verkeert nu in een gezamenlijke mindset waarin welke kritiek op de vaccins tegen Covid-19 dan ook nog steeds niet wordt geaccepteerd. De media nodigen keer op keer dezelfde opiniemakers uit om deze situatie in stand te houden.
Daarom is dit het belangrijkste:
Ervoor zorgen dat verder onderzoek naar de data en de veiligheid van de vaccins genormaliseerd wordt. Het is in onze ogen namelijk precies dat: een normaal wetenschappelijk onderzoek. We snappen dat het als arts, wetenschapper of beleidsmaker moeilijk is om door de enorme hoeveelheid publicaties op het gebied van Covid-19 en vaccins te navigeren. Vanuit de gevoelde noodzaak om snel data te verzamelen in tijden van onzekerheid, werd tijdens de pandemie zo veel mogelijk en zo snel mogelijk gepubliceerd.
Maar het is belangrijk om nu kritisch te kijken en de beperkingen van de data en uitgevoerde analyses eerlijk te benoemen. Zo kunnen we besluiten hoe we verder gaan om de gaten in onze kennis te vullen, en kunnen we lessen opdoen voor een volgende keer. We hopen dan ook dat de publicatie van dit rapport iets in die richting teweeg zal kunnen brengen. Je hoeft allerminst een antivaxer te zijn om toch kritisch te kijken naar de effectiviteit en veiligheid van de vaccins. Net als veel artsen en beleidsmakers zijn ook wij bezorgd over het verminderde vertrouwen in het Rijksvaccinatieprogramma.
Het komt ons voor dat een eventueel afwijkend risicoprofiel van een nieuw vaccin en nieuwe vaccintechnologie in die omstandigheid juist in alle transparantie en openheid bestudeerd moet worden. Dat is, zo denken wij, de enige manier om het vertrouwen te herstellen. In een genormaliseerd wetenschappelijk debat is elke kennis tijdelijk, ook die van ons. Er is ook geen wetenschappelijk ‘opperhoofd’ die in zijn of haar eentje de hele wetenschap kan vertegenwoordigen.
Dit rapport is een zo transparant mogelijke weergave van de huidige stand van zaken, met de kennis die wij op dit moment binnen onze mogelijkheden konden vergaren. Wij hopen dat er collega’s zullen zijn die zich geroepen voelen om verantwoordelijkheid te nemen voor een vervolg zoals we dat hierboven schetsten, met hulp, instemming en financiële ondersteuning van de overheid.