Jawel, ze wilde het altijd al: Militair worden. Tenminste, dat zegt ze zelf in NRC. Of ze daar iets van snapt? Dat is de vraag.
Zelf zegt ze hierover: “Op school was het een stille fantasie van me, een carrière bij defensie. Alle onderdelen van de krijgsmacht spraken tot mijn verbeelding. De luchtmacht, de marine, maar vooral de landmacht trok me aan. Het leek me eindeloos spannend, zo’n internaatachtig systeem. Net als het hele idee dat je námens je land mag optreden, en aan vredesmissies moet meewerken en zo. Dat leek me waanzinnig mooi.”
“Internaatachtig systeem” noemt ze het. Wel lachen.
Ze vervolgt: “Natuurlijk had ik een té romantisch beeld van het leger: in die films en series over Vietnam of waar dan ook bloeiden ook altijd romances op, dat heeft zeker een rol gespeeld. Maar toen wij met de Kamerleden vorig jaar bij de missie in Kunduz op bezoek waren, zag ik: zes maanden in een tentje in Afghanistan, daar is weinig romantisch aan, hoor. Ik zie nu hoe belangrijk defensie echt is voor een land.”
Jeanine was de eerste, en tot nog toe enige, politicus waarmee ik persoonlijk communiceerde. Ik heb haar vragen gesteld omtrent haar uitlatingen over MC’s. Hoewel ik waardering heb voor het feit dat ze persoonlijk reageerde waren de antwoorden inhoudelijk die van een “blondje”: Nietszeggend, ontwijkend en politiek correct.
Nooit gedacht dat ze ooit op deze positie terecht zou komen. Een, voor ons veteranen en vooral actieve militairen, zeer belangrijke positie. Ik geef haar het voordeel van de twijfel. Laten we eens aankijken hoe ze het er vanaf brengt.
(Het interview met Jeanine Hennis-Plasschaert stond op 8 september in NRC Handelsblad en is geschreven door politiek redacteur Annemarie Kas.)