Boodschappen doen

AH1

Elke dag gaat mijn meisje boodschappen doen; elke dag. Ik begrijp daar niks van want ik heb er een tering hekel aan. En als ik zeg een tering hekel dan bedoel ik niet een klein beetje hekel of zo. Ook niet een geweldige hekel; nee, een TERING hekel. Ik doe dus ook al jaaaaaren geen boodschappen. Was bijna vergeten hoe het was.

Maar ja, nood breekt wet: Joseph gaat naar de Albert Heijn. Op de parkeerplaats stuur ik vlot een vak in om maar net op tijd tot stilstand te komen voor een skelter. Zo’n blauw ijzeren buizenframe met rode plastic zit, stuur en 4 bandjes. Alleen op deze zit een volwassen vent die me ook nog raar aankijkt. Ik merk op dat ie lampen op zijn skelter moet zetten als ie in het donker wil rijden en vervolg mijn weg. Wagentje halen. O ja, muntje …. Shit, in de auto natuurlijk; in een speciaal vakje.

Nog altijd redelijk gemutst loop ik achter mijn zojuist verworven karretje de winkel in. Kaki fruit? 2 voor 99 cent. Hee, dat ken ik helemaal niet. Laten we dat eens proberen. 2 uit de bak in een tasje en op naar de weegschaal / bonnetjes-printer. 1 euro 58 prijkt er op het bonnetje. De groenteman (of moet ik zeggen groentejongen?) is snel gevonden: “Mijnheer, op die plaat staat 2 voor 99 cent; waarom prijkt er nu 1,58 op mijn bonnetje?“. “Niet ongerust zijn meneer; dat komt bij de kassa goed; dat weten ze daar.” Toch blijf ik het DOM vinden. Zet dan gewoon 0,99 op dat bonnetje @#^&&$&^$#

87 soorten kaas. Wauw! Waar ligt de Leerdammer? Nergens te bekennen. Dan maar even wachten voor de balie. Die dame loopt regelmatig heen en weer en zal me vanzelf vragen wat ik wil hebben. Nou, nee. Vergissing. Die is blijkbaar met andere zaken bezig. Dan maar even roepen: “Mevrouw, kunt u me even helpen?“. Licht geïrriteerd, alsof haar gezicht wil zeggen “hoe durf je”, kijkt ze me aan en loopt in mijn richting. “Heeft u nog Leerdammer?“. Het antwoord was even logisch als verwacht: “als dat niet in de vitrine ligt zal het wel op zijn …“. Ik blijf geduldig en vraag haar netjes: “kunt u me dan vertellen WAAR die in de vitrine ligt?“. (de vitrine is groter als ik ooit bij een bakker, slager en kaasboer bij elkaar heb gezien). Ze loopt om en kijkt met me mee in de vitrine. “Hier moet het liggen. Oh, wacht (2 kaasblokken aan de kant) hier is ie. Dit is de laatste“. Ze kijkt me hierbij aan of ik de grootste oetlul in het heelal ben. Nee, jij bent raketgeleerde ……

De winkel is ook erg makkelijk ingedeeld. Ik moet cranberry-sap hebben, cranberry-pilletjes, fruit, kaas en shag. Ik heb dan ook alle uiterste hoeken van de enorme AHXL gezien. Beter gympen aan kunnen doen.

Aan de kassa let ik op wat de juffrouw aanslaat. Trouwens aanslaan? Wat de juffrouw BLIEPT want van enige eigen inbreng is geen sprake. Mijn kaki-fruit passeert het machinale oogje en bliep: 1,58 verschijnt op het display. Ik maak daar een opmerking over en ze kijkt me verwijtend aan: “heeft u een bonuskaart dan?” op een toon die mijn al rijzende irritatie tegen het plafond laat botsen. “Nee, die heb ik niet. Wist niet dat dit verplicht was EN HET STAAT OOK NIET OP JULLIE RECLAMEBORD!

AHarry

Shag hebben ze niet meer aan de kassa. Moet je weer in een andere rij bij een andere kassa gaan wachten. Doe mij maar meteen een slof dan ben ik daar even vanaf. “Ik heb geen slof meer meneer. Is tien pakjes ook goed?“. Ik dacht “10 PAKJES IS EEN SLOF, STOMME MUTS” maar uit mijn mond kwam “Ja hoor, is prima.“.

Dan nog even naar de Etos voor de cranberry-pilletjes: Een iets te gewichtige jonge meid zit op haar billen achter de toonbank. Ik wacht rustig af. Ze heeft me tenslotte recht aangekeken toen ik binnen kwam en moet zich realiseren dat ik aan de toonbank sta. Na een paar minuten besluit ik toch maar eens over de toonbank te leunen en haar aan te spreken: “Hebben jullie cranberry-pilletjes?“. Het overeind komen kost haar duidelijk moeite maar het lukt. Ze loopt, vooral NIET met een glimlach op haar gezicht, de winkel in en begint te zoeken. Allerlei vitamine-pilletjes gaan door haar hand terwijl ze ondertussen steeds naar haar collegaatje kijkt die een oudere dame alle pro’s en con’s van de verschillende merken shampoo aan het uitleggen is. Uiteindelijk geeft ze de zoektocht op en begeeft zich richting de medewerkster. Geduldig wacht ze tot die klaar is met haar haarproductencampagne.

Deze dame heeft duidelijk meer verstand van de winkelindeling want ze stevent recht naar de balie waar we vandaan kwamen. Ze buigt diep en achter de balie, onder in het rek, waar die bolle zojuist op haar reet zat, staan 2 soorten cranberry-pillen. “Is het voor de blaas-ontsteking?”. Ik vraag me af wat zij te maken heeft met onze gebreken maar blijf vriendelijk: “nee, TEGEN de blaasontsteking.“. Ze begrijpt de woordspeling waarschijnlijk niet want ze kan er helemaal niet mee lachen. “Dan moet u eigenlijk deze hebben …“. Eigenlijk ben ik er allang klaar mee en moet me inhouden. Toch weet ik nog een laatste antwoord redelijk vriendelijk over mijn lippen te krijgen: “De dokter in het ziekenhuis zei cranberry-pillen dus laten we het daar maar op houden“. “Ik heb 2 soorten: dit merk en ons eigen winkelmerk“. Het verschil is dat het “merk” 7 euro kost en die van de etos maar 6 euro. “Doe die van de etos maar“. 2 stappen naar de kassa, 3 tikken op de kassa en met een glimlach zei ze: “dat is dan 7 euro“. Ik besluit niets meer te zeggen, betaal en loop in hoog tempo naar de auto.

AH2

Thuis gekomen vertel ik mijn belevenissen aan mijn meisje. Die vraagt me of ik wil stoppen met vertellen want haar buik doet zeer (van het lachen).

Weet je wat? Ik kan morgen eens naar die website kijken. Ze bezorgen ook.” Bijna moest mijn echtgenote terug naar het ziekenhuis …….

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.