Privacy voor overheid, niet voor burger

De laatste jaren geeft onze overheid steeds minder prijs over haar eigen beweegredenen voor beleid en wil steeds meer over haar burgers weten. De balans is volledig weg. Hoe goed bedoelde “privacy-wetgeving” volledig naar de verkeerde kant is doorgeslagen.

Ik maak het bijna dagelijks mee: Onze overheid of een daarvoor werkende instantie weigert informatie vrij te geven op grond van “privacy-wetgeving”.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan dossiers bij het UWV van cliënten. Een overgroot deel van de documenten wordt niet prijs gegeven omdat er (zogenaamd) namen van ambtenaren op staan. “Afbreukrisico” wordt het ook vaak genoemd.

In een klachtenprocedure werd er zelfs een proces-verbaal van de Marechaussee niet (volledig) verstrekt omdat er namen van ambtenaren in stonden.

Steeds moet ik aanhoren dat ik, of mijn cliënten, bepaalde informatie, waarop we wettelijk recht hebben, niet krijgen omdat de “privacy” van derden (meestal ambtenaren) daardoor wordt geschonden. Soms krijg je documenten wel maar dan is een groot gedeelte onleesbaar gemaakt en niet alleen de namen.

Steeds vaker worden ook documenten, waarop onze overheid haar beleid baseert, als confidentieel aangemerkt en dus krijgt de burger de inhoud niet onder ogen. Ik zal een voorbeeld aanhalen uit mijn eigen praktijk:

In een zaak voor de bestuursrechter over de afgifte van een vergunning door de gemeente voor een evenement aan een motorclub werd de vergunning afgewezen op grond van een negatief advies door de politie. Dit advies van politie aan gemeente was natuurlijk geheim (confidentieel).

©2012 Politie Oost Brabant. De Inhoud van dit document is confidentieel en leent zich niet voor enige vorm van openbaarmaking op grond van het feit dat dit document bestemd is voor intern beraad binnen overheidsorganen, zoals bedoeld in artikel 1 onder c van de Wet Openbaarheid van Bestuur.
Artikel 7 lid 1 en 2 WPG (geheimhoudingsplicht) zijn expliciet van toepassing op dit document.

Echter, door een secretarieel foutje, kregen wij dit document wel in handen. Dit veranderde de gehele zaak. In het document stond namelijk NIETS belastend of bezwarend. In tegendeel, het was over het geheel een behoorlijk positieve rapportage van de politie over een lokale motorclub:
Uit voorgaande edities van dit evenement blijkt dat deze zonder noemenswaardige (openbare orde) incidenten zijn verlopen.
De bezoekers van het evenement zijn bezoekers van dezelfde doelgroep en komen met hetzelfde doel en/of belang naar het evenement, waardoor het risico op ordeverstoring tijdens dit evenement en/of op de locatie van het evenement dan ook op laag wordt ingeschat.

Ergo: Een wettelijk legitieme reden (verstoring openbare orde) om een vergunning te weigeren was niet aanwezig. De politie besluit echter het advies met de woorden:
Maatschappelijke relevantie
In de eerder aangehaalde brief van de Minister van Veiligheid en Justitie van 25 maart 2012 wordt aangegeven dat het uitgangspunt is dat aan deze clubs geen podium wordt geboden, zoals bijvoorbeeld te voorzien in een gunstige locatie voor een clubhuis en/of het toestaan/faciliteren van evenementen.
Advies
Op basis van het bovenstaande geeft de politie een negatief advies met betrekking tot het verlenen van de benodigde vergunning voor dit evenement.

Aldus een klassiek (maar geheim) een-tweetje van onze overheid. Overheid geeft instructie niet te faciliteren op grond waarvan de politie een negatief advies uitbrengt. De gemeente “verschuilt” zich vervolgens achter de politie en wijst de vergunning af met de woorden “Gelet op het bovenstaande acht ik het risico op (grootschalige) ordeverstoringen aannemelijk en te groot om het evenement te vergunnen.” puur op basis van een “negatief advies” van politie. Gezien de inhoud van het “advies” kun je echter gerust stellen dat de gemeente jokt voor de rechtbank.

Gelukkig prikte deze rechter er doorheen en, mede dankzij het document dat wij overlegden, beval de gemeente de vergunning te verstrekken. Hierdoor is overigens dit document onderdeel geworden van een openbare rechtszaak en niet langer confidentieel zodat ik er hier gewoon uit kan citeren.

Zomaar een voorbeeld uit de praktijk maar wel een heel typerend voorbeeld. Op deze wijze worden, voor de rechter, vele zaken afgetikt door onze overheid. OOK zaken die te maken hebben met het huidige “cojona-beleid”. Legio documenten / adviezen / communicatie tussen OMT en Kabinet zijn als “confidentieel” aangemerkt en zo aan het oog van de burger onttrokken. Zelfs in de rechtbank.

Tot zover het feit dat onze overheid steeds meer voor ons verborgen houdt; steeds meer onder de pet houdt; steeds geheimzinniger wordt.

Diezelfde overheid wil echter steeds meer over haar burgers weten. De zogenaamde “privacy-wetgeving” is in de meeste gevallen helemaal niet van toepassing op deze overheid. Denk daarbij aan de politie die nagenoeg ALLES kan en mag registreren over haar burgers volgens de uitzonderingen in de politiewet.

Denk daarbij ook aan het Elektronisch Patiëntendossier dat er tijdens deze “cojona-crisis” even snel en geruisloos doorheen is gedrukt en eveneens voor de overheid inzichtelijk is gemaakt. Als je daarbij optelt dat overheden alles samen delen als het ze uitkomt en zo’n beetje alles is bij elke overheid bekend over je. Denk hierbij weer aan het delen van gegevens met de belastingdienst puur en alleen omdat die een langere bewaartermijn mogen hanteren.

Ook is de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 of, zoals we die uit de media kennen de “Sleepwet“, een schoolvoorbeeld van hoe onze overheid met haar burgers om wil gaan.

Daarbij wordt nagenoeg alles wat de overheid of zelfs een individuele ambtenaar beweerd als “waarheid” aangemerkt en de burger wordt behandeld als een potentiële oplichter of zelfs mogelijke misdadiger. Ook weer zo’n voorbeeldje uit de praktijk: terwijl ons publieke domein zo’n beetje helemaal is gedekt door camera’s werden mijn camera beelden van mijn voordeur in een klachtenprocedure tegen een politie-agent bijna als “illegaal” aangemerkt, ongeacht wat deze aan het licht brachten namelijk meerdere leugens van een agent.

Ook registreert onze overheid veel meer over ons als wettelijk geoorloofd of noodzakelijk is. Dit maak ik ook bijna dagelijks mee in de praktijk. Als je dan vraagt HOE ze een en ander weten volgt vaak gestamel en gemompel. Ik heb het idee dat vele ambtenaren het goed weten en misschien zelfs afkeuren.

Denk er aan dat ook het “CoronaPaspoort” vanuit deze gedachte is ontworpen

KENNIS IS MACHT!

Dat is een oud spreekwoord en wordt door onze overheid goed begrepen. Onze volksvertegenwoordigers vertegenwoordigen ons niet meer en de ambtenaren werken niet langer voor ons. In plaats daarvan dienen wij, de burgers, te gaan zitten en pootjes te geven. Zo is onze rechtstaat niet ontworpen en/of bedoeld.

Blijf kritisch, blijf nadenken en blijf VRIJ.

Dit bericht is geplaatst in Corona met de tags , , , , . Bookmark de permalink.