Ik wilde het echt laten bij de 3 delen die ik er over geschreven heb. Ik noemde dit het drieluik 600000. Drie blogs over een zeer controversieel onderwerp leek mij voldoende en het moet deze website ook niet gaan overheersen. Inmiddels wordt er ook meer en meer over bericht en de gerede twijfel over vele details stijgt. Maar er is iets veranderd; er is in Nederland iets belangrijks gewijzigd. In het eerste blog in dit drieluik schreef ik nog:
Daar is echter per 1 oktober 2024 verandering in gekomen. Het plan stamde al uit vorig jaar maar heeft inmiddels vorm gekregen in onze wetgeving. Onze wetgever heeft aan artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht één lid toegevoegd. Dit artikel handelt over “groepsbelediging” en omvatte tot 1 oktober van dit jaar een vast omlijnd kader namelijk:
- ras
- godsdienst
- levensovertuiging
- hetero- of homoseksuele gerichtheid
- lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap
Met een ogenschijnlijke minieme wijziging (lid 2) heeft men er echter gigantisch veel aan toegevoegd. Niet alleen is het artikel uitgebreid met 13 pagina’s uit de Wet internationale misdrijven maar ook één artikel van een verdrag dat het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Frankrijk en de Sovjet Unie sloten op 8 augustus 1945 ten behoeve van Militaire Tribunalen.
Niet onbelangrijk: Tevens is het woord “vergoelijken” toegevoegd en dit woord komt, bij mijn weten maar één keer voor in ons Wetboek van Strafrecht. Dit woord is dan ook essentieel in deze wettekst. Ik zoek het woord op in de Dikke van Dale:
minder erg voorstellen;
goedpraten.
een overtreding vergoelijken
Laten we beginnen bij dit laatste:
Vergoelijken.
De tekst bevat “het vergoelijken van een van de feiten als omschreven in ……” en daarop volgt de verwijzing naar (13) pagina’s van artikelen uit de “Wet internationale misdrijven” en een artikel uit een oud verdrag (1945) tussen de 4 “overwinnaars van de 2e wereldoorlog“. Hiermee wordt eigenlijk, ondanks dat het algemeen verwoord is, direct duidelijk dat het om de holocaust en antisemitisme gaat.
Deze wetgeving verbiedt dus niet alleen nieuwe twijfel (en onderzoek) naar de details achter de holocaust maar tevens het benoemen van oud onderzoek en bewijs dat bepaalde details van de holocaust weerlegd heeft. Denk aan het dodental van Auschwitz: Tot 1989 werd er uitgegaan van 4 miljoen moorden. Uitvoerig Pools onderzoek bracht dit getal echter terug naar 1,5 miljoen:
Dan heb ik het nog niet gehad over Majdanek:
De Sovjet-Unie noemde na de oorlog al snel getallen van 1 à 2 miljoen, maar na onderzoeken in de decennia erna werd het aantal aanzienlijk verlaagd. Pools onderzoek kwam in 2005 tot de conclusie dat er ten minste 78.000 mensen om het leven zijn gekomen, van wie 59.000 Joden. bron Wikipedia
Deze 2 algemeen geaccepteerde feiten in de geschiedenis tonen aan dat er 4 miljoen minder slachtoffers zijn als voorheen werd aangenomen tijdens de Neurenberg tribunalen (als gevolg van de getuigenis van een gearresteerde Duitse nazi officier, Dr. Wilhelm Höttl). Maar als ik dat benoem dan zou ik het getal van 6.000.000 lager of minder erg voorstellen (vergoelijken) en dat is nu uitdrukkelijk verboden bij wet.
Ik weet echter niet of 2.000.000 minder erg is als 6.000.000. Het blijven miljoenen moorden en dus massa-moorden. Ik praat het zeker niet goed. Ik merk alleen op dat, als deze feiten al niet juist worden weergegeven, er mogelijk veel meer feiten verkeerd geïnterpreteerd zijn of misschien zelfs verkeerd worden weergegeven en als historische feiten worden overgedragen aan onze kinderen.
Gedegen onderzoek en gemotiveerde twijfel zou NOOIT verboden mogen worden door de wet.
Op het risico af om nu weer beschuldigd te worden van antisemitisme vraag ik me toch af uit welke hoek dit soort wetgeving komt. En hoe het mogelijk is dat dit soort wetgeving door onze kamers komt. Ik moet dan toch denken aan de woorden van Voltaire: