Overheid bepaalt maar is niet verantwoordelijk

Logo_rechtspraakDe volgende stap door onze overheid is definitief gezet in de richting van bepalen zonder verantwoordelijkheid te nemen. Hierover schreef ik al eerder een blog. Maar ook in de bestrijding van de motorclubs kunnen we dat nu duidelijk waarnemen. De rechtbank(en) gaan hier ook in mee, zoveel is nu wel gebleken.

We hebben vanaf 2011 al een verschuiving gezien van het strafrecht naar het bestuursrecht. Blijkbaar faalde het OM om motorclubs strafrechtelijk te vervolgen. De ene vrijspraak na de andere gaven weer dat het blijkbaar wel meeviel met die criminaliteit.

Dus gaat men de motorclubs lastig vallen met bestuursrechtelijke zaken. Clubhuizen sluiten, evenementen afgelasten, ondernemers doorlichten en lastigvallen, ambtenaren bedreigen met ontslag, etc, etc. Dat heeft een aantal rechtszaken tot gevolg gehad en ook hier viel de rechtbank regelmatig de motorclubs bij. Lang niet alle evenementen zijn terecht afgelast, vond menig rechter. Ook bezwaren op aanslagen van de fiscus, om maar eens een ander minder bekend voorbeeld te noemen, werden dikwijls door de rechter in beroep rechtgezet. Ook zijn gelukkig niet alle clubhuizen gesloten.

Dus heeft onze overheid nu besloten tot een verdere stap: druk zetten bij ondernemers en organisatoren zodat diezelfde overheid voor de rechtbank niet verantwoordelijk is.

Een aantal voorbeelden:

Peter-NoordanusDe Burgemeester van Tilburg bepaalt dat “colors” van bepaalde clubs, en hiermee bedoelt men de 1% clubs oftewel tegenwoordig OMG’s zoals beschreven in de literatuur van Ivo Opstelten, niet meer mogen bewegen in het centrum. In plaats van dit beleid uit te voeren, met kans op rechtszaken voor de strafrechter en/of bestuursrechter gaat men de lokale horeca onder druk zetten. Deze krijgen gewoon te horen dat hun vergunning op het spel komt te staan als ze niet actief meewerken aan dit weigeringsbeleid. Volgens mij is dat ordinaire afpersing maar men komt er voorlopig mee weg.

JoziasDe Burgemeester van Den Haag legt beperkingen op aan de Veterans MC in de deelname aan de Veteranendag. Dit blijkt onomstotelijk uit brieven van de organisatie ( brief & E-mail ). Dit wordt groot in de pers uitgemeten ( eerder blog & Telegraaf ).  Gedurende een week proberen de Veterans MC bij de gemeente Den Haag uit te vinden op basis van welke wetgeving deze beperkingen worden opgelegd. Den Haag zwijgt en verantwoord zich niet.

De Veterans MC maken bezwaar, als belanghebbende, tegen dit besluit. Een week lang weet de gemeente de zitting t.b.v. een voorlopige voorziening tegen te houden doordat er geen vergunning is afgegeven ( besluit anex 1:3 AWB ).  Omdat de bouwwerkzaamheden al in volle gang zijn kan men dit natuurlijk niet langer uitstellen en op 25 juni wordt de vergunning afgegeven. De rechtbank belegt een zitting de dag erna.

Tijdens deze zitting komt alles aan de orde: de grondrechten die worden geschonden van de Veterans MC, het belang, het ontbreken van bewijs van criminaliteit, dat er geen gewijzigde omstandigheid is dit jaar, etc, etc. De gemeente blijft op haar standpunt dat het allemaal niet zo gewichtig is en dat het vooral bij de organisatie ligt. In de rechtbank pleit de gemeente dat ze helemaal niks bepaalt hebben. Dat heeft de organisatie gedaan en men wil hier dan ook geen verantwoordelijkheid voor nemen. Je moet maar civiel gaan procederen tegen de Stichting Nederlandse Veteranendag. Smeuïg hieraan is natuurlijk dat dhr. Jozias van Aartsen, behalve burgemeester, ook bestuurslid is van de Stichting Nederlandse Veteranendag. Ze wassen hun handen in onschuld.

PattijnT.b.v. van het beleid wordt een hoge politieman opgetrommeld: een districtschef van de Politie Haaglanden. Deze man mag ononderbroken leugens vertellen over de antecendenten van de Veterans MC. Getallen slaan helemaal nergens op, percentages zoals in de landelijke voortgangsreportage worden verzonnen zonder dat hij het ledenaantal scherp heeft. Blijkbaar mag een BOA als ie hoog genoeg is liegen voor de rechter. De rechter vraagt nog even welke antecenten en dhr. Pattijn mompelt iets van verkeersdelicten en art 8 (WvW alcohol-artikel). Verder kwam hij waarschijnlijk niet in zijn “onderzoek”.

Maar het meest opvallend was wel dat de rechter even vroeg wat een defilé was. Hoever staat hij van de materie of wellicht deze maatschappij af?

Vandaag volgt het vonnis: de rechter verstopt zich achter de complexiteit van het bestuursrecht. De Veterans hebben geen “rechtstreeks belang” omdat hem niet gebleken is dat de Stichting Nederlandse Veteranen Motorrijders hier problemen mee hebben. Hij heeft dus de uitleg omtrent de protest-actie tijdens het defilé en het feit dat Veterans deel uitmaken van het bestuur totaal genegeerd. Ook vind hij het meerijden vanaf Knorrestein niet van groot belang. Schending van grondrechten zoals gelijke behandeling en recht op vereniging (en het uitdragen daarvan) worden niet eens benoemd. Deze rechter heeft het voor elkaar gekregen om het “van zijn bureau af te krijgen” zoals je bij een ambtenaar gewend bent. Slechts 10% van de motivering wordt meegenomen.  Hij motiveert naar zijn besluit toe.

TwanTakEen inmiddels bevriende jurist van me verwees me naar de stukken van de hoogleraar Prof. Twan Tak. Met name “de kansloze burger” en “Advocaten, verwacht niets van de bestuursrechter” zijn het lezen waard.

Ik verwijs hem naar Kafka. Het bestuursrecht is immers niets  meer als Kafka’s deur.

 

Dit bericht is geplaatst in MotorClub's met de tags , , , , . Bookmark de permalink.