Sociale woningbouw en woningnood (deel 3)

Voor wie nog even terug wil lezen waar deze (vervolg)-serie ook weer over ging zie deel 1 en deel 2 . Er zijn immers alweer 10 maanden verstreken sinds het 2e deel. Helaas gaat de rechtsgang in Nederland niet sneller en moet je geduld hebben als je iets voor elkaar wil krijgen.

Woonpartners heeft er uiteindelijk toch voor gekozen ons te dagvaarden. De eis was belachelijk: per direct ontruiming. Verder had Woonpartners mijn huurpenningen keurig ontvangen maar ze storten deze terug op mijn rekening met de mededeling “niet voor Woonpartners bestemd“. Beetje vreemd maar wel lekker. In de dagvaarding werden deze echter weer gevorderd, inclusief rente, boete en incasso-kosten. Kan nog leuk worden. Ik voer inhoudelijk verweer met toevoeging van de nodige producties.

De Kantonrechter bepaald een Comparitie van Partijen voor 6 april 2017. Voor wie niet weet wat dit is: een CvP is een poging van de rechter om partijen met elkaar te laten praten, onderhandelen en te kijken of er een compromis mogelijk is. Ik had weinig hoop op een minnelijke regeling want ik had al 2 pogingen gedaan.

Omdat ik de poging wel serieus wil nemen doe ik 3 weken voor de zitting nog een sans prejudice voorstel eruit richting de advocaat van Woonpartners, mr Richard de Laat. In een telefoongesprek wat daarop volgde nam mr de Laat een bijzonder hautaine houding aan.  Hij wilde op geen enkele wijze een tegenvoorstel doen anders dan de eis in de dagvaarding. Op mijn oprechte vraag waarom niet zei hij koeltjes: “U bent lastig. Woonpartners wil van u af.“. Ok, dan gaan we om een vonnis vragen, mij best. Mijns inziens de 1e fout van mr. de Laat.

Zoals gezegd was het afgelopen donderdag zover. Samen met mijn meisje en goede vriend gingen we naar het gerechtsgebouw in Eindhoven. Aldaar waren voor de eisende partij, buiten mr de Laat, ook Marieke en Maureen van Woonpartners aanwezig en tot mijn verbazing dhr. Fanchamps, directeur van Gapph. Och, hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Ik barstte van het zelfvertrouwen. Mr. de Laat mocht van wal steken maar leek niets voorbereid te hebben. Geen pleitnota om te overhandigen met een goed gefundeerd verhaal maar een rommelig onsamenhangend voordrachtje. Als spreekbeurt in de zesde klas had je daar geen voldoende voor gekregen.

Ik had (uiteraard) mijn pleitnota, in vijfvoud, goed voorbereid en redelijk ingestudeerd. Ik stak van wal met de opmerking dat mr. de Laat verzuimd had de ingebrachte producties naar mij te sturen. De Kantonrechter was “not amused” en gaf de gemachtigde van Woonpartners “een standje“. Dat was het 2e foutje van confrère. Verder was de juridische onderbouwing van mijn betoog zodanig dat ik van mening was dat de rechter geen andere keuze had dan de wet te volgen en in mijn voordeel uit te spreken. Ook verwees ik naar het begeleidend schrijven de producties waarin hij opmerkte: “Raaijmakers sr. neemt een activistische houding in, in de buurt, onder meer vanwege de sloopplannen.“. Ik had al gesuggereerd in mijn Conclusie van Antwoord dat er een onderliggende reden voor deze procedure was (misbruik van rechtsgang) maar kon dat moeilijk bewijzen. Hier stond het zwart-op-wit en dat was, naar mijn bescheiden mening, de 3e fout van mr. de Laat. De interesse van Edelachtbare was gewekt.

Toch informeerde hij of er voorstellen over en weer waren gedaan en ik vertelde dat we een redelijk voorstel hadden overhandigd maar Woonpartners niets van hun oorspronkelijke eis wenste in te leveren. Hij vroeg aan mr. de Laat of er mogelijkheden waren om tot een compromis te komen. Die stamelde op zijn beurt dat hij die wel zag (omdat het hem waarschijnlijk dun door de broek ging). We werden de gang opgestuurd om tot een vergelijk te komen. Het gezelschap trok zich terug in een spreekkamer en wij gingen ontspannen een sigaretje roken, voor de deur.

Na tien minuutjes troffen we elkaar in de gang. Mr. de Laat had weer iets terug van zijn hautaine houding en probeerde indruk te maken. Ik verwees echter naar mijn voorstel en wilde daar niet van afwijken. Na een paar minuten deed ik een beetje water bij de wijn en deed afstand van een verhuisvergoeding maar daar stopt het ook. Confrère voelde zich blijkbaar gesterkt door zijn mini-zege en ging nog hoger op zijn paard zitten. Hij wilde van de “finale kwijting” in het voorstel af maar dat vond ik een dealbreker. Hij ging accoord, zich niet realiserend dat dit ook de 9 maanden huur bevatte die ze hadden terug gestort. Dhr. Fanchamps redde hem en hij schrok zichtbaar. Foutje nummer 4! Toch liet ik dit element niet los en hij ging zich echt neerbuigend gedragen en stuurde aan op een ordinair handjeklap. “U moet dit spel wel een beetje begrijpen mijnheer ….“. Ik was zijn houding beu en totoyeerde hem: “Luister Richard: Het mag voor jou dan misschien een spelletje zijn maar voor mij is het mijn dak boven mijn hoofd en ik ben het beu dat je denkt dat je op de markt staat. Je kent mijn voorstel en daar kun je het mee doen. Als je nog een keer “euro” zegt ga ik naar binnen en verzoek een vonnis“. Werkelijk oerdom antwoordde hij: “Maar het gaat toch om de euro’s?“. Ik was al op weg naar binnen. Blunder nummer 5.

De Kantonrechter was benieuwd of we eruit gekomen waren. Richard pleitte dat we centimeters verwijderd waren van een oplossing en de rechter keek me aan. Ik verteld hem dat ik dat gevoel niet deelde en dat ze niet eens een “finale kwijting” wilden verstrekken. De rechter vond dat vreemd omdat dit altijd onderdeel van een deal was. Ik sprak uit dat ik er geen vertrouwen meer in had en het liefst had dat de Kantonrechter zou vonnissen. Richard raakte in paniek: “We zijn zo dicht bij Edelachtbare! Die finale kwijting kan echt wel hoor.” Ik voelde 9 maanden huur in mijn achterzak schuiven alsof er zeep aan zat. Mijn voorstel was vrijwel geaccepteerd maar natuurlijk wilde Richard graag de tekst citeren aan de griffier. Wat ik in 5 regels had voorgesteld werden 2 A4tjes en nu was zelfs de griffier “not amused“. Richard wilde ook een paar zaken net even anders omschrijven om redenen die mij niet duidelijk zijn maar maakte daarbij een kapitale rekenfout (blundertje 6). Als een amateuristische boekhouder zat hij op zijn telefoon te tellen bij het citeren en telde een plus bij een min. Dat brengt me nog een extra 1600 euro op dus ik zei dat het een deal was. We zijn eruit! Dit keer wees Maureen hem op zijn grove blunder maar het was te laat. De deal is gesloten. De tekst was al langs de vingers van de griffier gegaan.

Al met al zijn we gezellig met z’n drieen uit gaan eten bij de Griek, “op kosten van Woonpartners“. We blijven tot eind volgend jaar in de straat wonen en dat ook nog eens 13 maanden VOOR NIETS! Om sonst; gratis; voor nikskenie; FREE! Dankje wel Richard de Laat van kantoor de advocaten van van Riet. Misschien zien we elkaar nog in de procedures van de buren …

 

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.