Elke dag lijkt onze samenleving een stap verder weg te schuiven van gezond verstand. Wat gisteren nog ondenkbaar leek, wordt vandaag genormaliseerd en morgen alweer overtroffen. Als kritische denker, maar ook vader, zie ik een patroon dat steeds duidelijker wordt: politieke leiders gebruiken woorden en wetten als instrumenten van controle, en de grenzen lijken steeds verder op te schuiven. Maar waar stopt dit? En waar leidt dit toe?
Neem Charlie Kirk, de conservatieve Amerikaanse activist. Zijn leven werd abrupt beëindigd door geweld, en de reacties daarop zijn veelzeggend. In Nederland hoorde ik Sigrid Kaag zeggen: “Woorden doen ertoe.” Natuurlijk, woorden doen ertoe — dat weten we allemaal. Maar de manier waarop ze het zei, klonk alsof de verantwoordelijkheid deels bij het slachtoffer zelf lag. Alsof Kirk maar moest opletten wat hij zei.
Dat roept fundamentele vragen op: kunnen woorden werkelijk iemand dwingen tot actie? Of gebruiken politici dit argument om hun eigen verantwoordelijkheid te verschuiven naar anderen? Als vader denk ik automatisch aan de verantwoordelijkheid die volwassenen hebben om een samenleving veilig en begrijpelijk te houden voor kinderen.
En dan is er de nieuwe Nederlandse conversiewet. Die verbiedt gesprekken met kinderen die twijfelen over hun genderidentiteit, tenzij volledig ondersteunend aan hun transitie. Iedere vorm van tegenwerking kan leiden tot twee jaar gevangenisstraf.
Als vader vraag ik: welke ruimte blijft er voor kritisch nadenken, voor open gesprek? Wanneer de wet bepaalt dat elk gesprek verplicht ondersteunend moet zijn, wordt een kind dat twijfelt gedwongen in één richting geduwd.
Tegenwoordig worden de homo– en gender-conversie vaak samen genoemd, vermoedelijk om bredere acceptatie te bevorderen. Het is algemeen bekend dat pogingen om homoseksualiteit te “genezen” niet meer van deze tijd zijn. Toch zijn er uitzonderingen van mensen die, na jaren als homoseksueel te hebben geleefd, toch een ander pad kiezen.
Er is echter een belangrijk verschil tussen homoseksualiteit en genderdysforie: het eerste is simpel omkeerbaar, het tweede vrijwel niet. Dit verschil onderstreept dat we zeer voorzichtig moeten zijn met interventies, vooral bij kinderen. Het vraagt om een genuanceerde benadering, waarbij de één niet automatisch hetzelfde beleid rechtvaardigt als de ander.
De partij die dit wetsvoorstel indiende is D66, Kaag’s partij. En hier zie je dezelfde logica: woorden doen ertoe, maar wetten ook. Waar in het ene geval woorden impliciet verantwoordelijkheid verschuiven, worden in het andere geval gedachten en gesprekken gecensureerd en strafbaar gemaakt. Als ouder vraag ik me af: wat voor samenleving creëren we?
Waar ligt de grens tussen bescherming en onderdrukking?
Het patroon wordt duidelijk: politieke leiders sturen de samenleving steeds meer met woorden en wetgeving. Elke dag brengt nieuws dat mijn gevoel van wat mogelijk is verder uitrekt. Wat gisteren al absurd leek, wordt vandaag overtroffen. En in dit alles spelen niet alleen wetten en uitspraken een rol, maar ook een bredere cultuur van moralistische controle, vaak aangeduid als WOKE.
Wanneer moraliteit wordt gebruikt om mensen monddood te maken, wordt kritisch denken geremd en vrijheid van meningsuiting onder druk gezet. Zijn we bezig een samenleving te creëren waarin afwijkende gedachten of vragen automatisch moreel veroordeeld worden? Als vader zie ik de implicaties.
Vrijheid van meningsuiting, kritisch nadenken, gezond verstand — het lijkt steeds meer ondergeschikt aan een cultuur die bepaalt wat gezegd mag worden en wat strafbaar of sociaal onaanvaardbaar is. Van Charlie Kirk tot de conversiewet, van politieke uitspraken tot WOKE-discussies.
Steeds vaker wordt vrijheid van denken en spreken beperkt in naam van veiligheid of moraliteit.
Toch stel ik vragen, want dat is de enige manier om niet volledig overweldigd te raken. Kunnen we deze trend keren? Is het mogelijk een samenleving te creëren waarin woorden ertoe doen, maar niet als wapens worden gebruikt? Zullen we wetgeving en bescherming zo vormgegeven worden dat ze vrijheid niet ondermijnen? Hoe beschermen we kinderen en burgers zonder hen hun eigen denken en spreken te ontnemen?
Gisteren sprak ik er over met een vriend. Hij vertelde me dat het schier onmogelijk is om een tattoo te laten zetten in een tattooshop als je minderjarig bent en je ouders er geen uitdrukkelijke toestemming voor hebben gegeven. Zet dat eens in contrast met de nieuwe conversie-wet.
Ik zie een samenleving die steeds zieker wordt.
Elke dag lijkt er een nieuw dieptepunt te zijn, terwijl we nog niet eens de vorige absurditeit verwerkt hebben. Maar als burgers en oudershebben we ook een verantwoordelijkheid naar onze kinderen. Woorden en wetten volgen is één ding, maar kritisch nadenken en vragen stellen is iets heel anders. Politici kunnen woorden en wetten gebruiken om te sturen, maar uiteindelijk bepalen wij mede de richting door onze reacties en ons debat.
Woorden doen ertoe. Wetten doen ertoe. Cultuur en moraliteit doen ertoe. En onze reacties, als burgers, doen ertoe. Als we niet opletten, creëren we een samenleving waarin vrijheid van denken en spreken steeds verder onder druk staat. Waar stopt dit? Waar leidt dit toe? Voor mijn kinderen, voor onszelf, en voor de samenleving als geheel, zijn dat vragen waar we vandaag over moeten nadenken — voordat morgen het nieuws ons weer een nieuwe absurditeit voorschotelt.
Tijdens een hoorzitting in de Amerikaanse Senaat is onlangs een tot dusver onbekende studie naar voren gebracht die opmerkelijke verschillen zou laten zien in de gezondheid van gevaccineerde en ongevaccineerde kinderen. Advocaat Aaron Siri presenteerde de bevindingen en lichtte toe waarom deze studie nooit is gepubliceerd. De discussie voedt een breder debat over de rol van wetenschap, belangen en vertrouwen in het vaccinatiebeleid.
Een studie die nooit het daglicht zag
De bewuste studie werd uitgevoerd binnen het Henry Ford Health-systeem in Michigan en betrof ruim 18.000 kinderen die waren aangesloten bij de zorgverzekering van de organisatie. De onderzoekers vergeleken de gezondheid van kinderen die één of meer vaccinaties hadden ontvangen met die van een kleinere groep volledig ongevaccineerde kinderen.
Volgens Siri kwamen daar opvallende verschillen uit. Zo zouden gevaccineerde kinderen vaker gediagnosticeerd zijn met astma, allergische aandoeningen, auto-immuunziekten en neuroontwikkelingsstoornissen. In sommige gevallen lagen de percentages volgens de analyse meer dan vijf keer zo hoog als bij ongevaccineerde leeftijdsgenoten.
Hoewel de resultaten statistisch significant zouden zijn, besloot Henry Ford Health de studie niet in te dienen voor publicatie. Onderzoekers die eraan meewerkten zouden hun zorgen hebben geuit over mogelijke repercussies voor hun reputatie en banen, omdat de bevindingen afweken van het gangbare publieke gezondheidsbeleid.
Siri stelde dat het achterhouden van de resultaten vooral te maken had met de inhoud: “Als de studie had laten zien dat gevaccineerde kinderen gezonder waren, was ze waarschijnlijk allang gepubliceerd,” aldus Siri.
De voorzitter van de subcommissie, senator Ron Johnson (Republikein, Wisconsin), liet weten dat zijn doel met de hoorzittingen is om meer openheid te creëren. Volgens hem moeten burgers de kans krijgen om alle beschikbare informatie te zien, zodat men zich een onafhankelijk oordeel kan vormen.
Resultaten die tot vragen leiden
De studie keek naar kinderen geboren tussen 2000 en 2016. Ongeveer 2.000 van hen waren volledig ongevaccineerd, terwijl de overige 16.500 minstens één vaccin ontvingen, met een mediane waarde van achttien prikken.
De onderzoekers concludeerden dat gevaccineerde kinderen 2,5 keer vaker een chronische aandoening hadden dan ongevaccineerden. Voor specifieke diagnoses lagen de verschillen nog hoger. Zo werden bij gevaccineerde kinderen vaker spraakstoornissen, auto-immuunziekten en allergische reacties vastgesteld.
Belangrijk detail is dat bij sommige aandoeningen in de ongevaccineerde groep helemaal geen gevallen voorkwamen, zoals diabetes of tics. Daarmee werd het berekenen van verhoudingscijfers in die gevallen onmogelijk.
Hoewel de auteurs benadrukten dat hun studie geen oorzakelijk verband kon bewijzen, stelden ze wel dat de bevindingen vervolgonderzoek rechtvaardigen.
Hoe het onderzoek tot stand kwam
De aanleiding voor de studie lag bij het Informed Consent Action Network (ICAN), een organisatie die pleit voor meer onderzoek naar vaccins en hun veiligheid. In 2017 benaderden vertegenwoordigers van ICAN dr. Marcus Zervos, verbonden aan het Henry Ford Health-systeem en Wayne State University.
Zervos, zelf voorstander van vaccinatie, zou bereid zijn geweest de vergelijking te maken op basis van de grote interne database van Henry Ford Health. Voorwaarde van de initiatiefnemers was dat er een duidelijk onderscheid zou worden gemaakt tussen volledig ongevaccineerde kinderen en kinderen die één of meer prikken ontvingen. Ook werd afgesproken dat de resultaten ongeacht de uitkomst zouden worden gepubliceerd.
Volgens Siri verzekerde Zervos destijds dat hij zijn integriteit hoog in het vaandel droeg en dat publicatie altijd zou volgen. Toch gebeurde dat niet.
Waarom bleef publicatie uit?
In 2020 kreeg Siri een kopie van het manuscript. Daaruit bleek dat de studie nooit was ingezonden naar een wetenschappelijk tijdschrift. Eén van de betrokken onderzoekers, Lois Lamerato, gaf later aan dat de leiding van Henry Ford Health publicatie niet wenselijk vond. Zij vreesde dat de resultaten tot onrust onder artsen en patiënten konden leiden.
Volgens Siri lag de werkelijke reden dieper: de bevindingen strookten niet met het dominante gezondheidsbeleid dat vaccinatie promoot. Hij stelde dat wetenschappelijke nieuwsgierigheid en transparantie in dit geval ondergeschikt werden gemaakt aan institutionele belangen en reputatie.
Reacties tijdens de hoorzitting
De hoorzitting zelf verliep fel. Senator Richard Blumenthal (Democraat, Connecticut) en arts Jake Scott van Stanford namen het op voor de waarde van bestaande vaccinveiligheidsstudies en waarschuwden voor het verspreiden van twijfel. Zij betoogden dat het selectief belichten van ongepubliceerde data risico’s kent, vooral wanneer dit publieke vaccinatie-programma’s kan ondermijnen.
Tegenover hen stonden Siri en de onderzoeker Toby Rogers, die juist kritiek leverden op de manier waarop onderzoek naar vaccinveiligheid wordt uitgevoerd en gepresenteerd. Rogers benadrukte dat veel studies die vaccinatie en autisme onderzoeken, geen volledig ongevaccineerde controlegroep hebben. Volgens hem beperkt dat de waarde van zulke studies.
Breder debat over autisme en oorzaken
Rogers schetste daarnaast dat er wel degelijk gepubliceerde onderzoeken zijn waarin een verband wordt gelegd tussen vaccinatie en een verhoogd risico op autisme, maar dat deze vaak weinig aandacht krijgen in reguliere media en medische kringen. Hij wees ook op studies die regressief autisme beschrijven, waarbij kinderen na een periode van normale ontwikkeling plotseling vaardigheden verliezen.
Critici plaatsen hierbij de kanttekening dat autisme een complexe aandoening is met zowel genetische als omgevingsfactoren, en dat het aantonen van een enkelvoudige oorzaak lastig is. Rogers stelde echter dat puur genetische verklaringen ontoereikend zijn om de stijgende prevalentie van autisme te verklaren.
Vaccinatie als publiek vraagstuk
Het debat rond deze studie illustreert de spanningsvelden die spelen rond vaccinaties: enerzijds het belang van bescherming tegen infectieziekten, anderzijds zorgen over mogelijke bijwerkingen of lange termijn-effecten.
Voorstanders van vaccinatie wijzen erop dat vaccins wereldwijd miljoenen levens hebben gered en dat ernstige complicaties relatief zeldzaam zijn. Tegenstanders benadrukken juist de noodzaak van volledige transparantie en onafhankelijke studies, ook als de resultaten ongemakkelijk zijn.
Het grotere plaatje
Of de Henry Ford-studie ooit alsnog zal worden gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift, is onduidelijk. De gegevens zijn inmiddels onderdeel van het officiële Senaatsdossier, wat betekent dat ze publiek beschikbaar zijn voor politici, onderzoekers en burgers.
De kwestie raakt aan een fundamentelere vraag: hoe kan wetenschap onafhankelijk functioneren wanneer resultaten politieke of economische consequenties hebben? En hoe kunnen burgers vertrouwen houden in gezondheidsbeleid als sommige gegevens achter gesloten deuren blijven?
Conclusie
De onthulling van een ongepubliceerde studie naar de gezondheid van gevaccineerde en ongevaccineerde kinderen zorgt voor nieuwe vragen en felle discussies. Hoewel de resultaten volgens de onderzoekers verdere bestudering verdienen, kozen de betrokken instellingen ervoor ze niet te publiceren.
Het incident legt bloot hoe complex de balans is tussen wetenschap, beleid en publieke perceptie. Voorstanders en critici van vaccinatie blijven lijnrecht tegenover elkaar staan, maar één punt lijkt breed gedragen: meer transparantie en onafhankelijk onderzoek zijn essentieel om vertrouwen te behouden.
Deze week keek ik een aflevering van BOOS op YouTube. Mocht ie verdwijnen heb ik hem ook weer veiliggesteld op onze eigen servers. Mijn haren gingen ervan overeind staan en dat valt bij mij niet mee. Het was weer een prachtig staaltje propaganda en deze keer niet echt verdekt. Wel dekt Tim Hofman zichzelf in door vooraf natuurlijk een aantal “bedenkingen” te plaatsen die als excuses klinken voor wat hij gaat doen met deze aflevering. Kijk vanaf minuut 34:04:
Wij moeten niet gaan fungeren als VVD propaganda-kanaal; dat is journalistiek niet zuiver maar ik moet mijn werk gewoon doen. Dat ligt aan de vragen die ik stel.
Dat is nogal een opmerking, te weten dat de 2e helft van deze aflevering (een half uur) bestaat uit een gesprek met Dilan Yeşilgöz, VVD fractieleider en voormalig Minister van Justitie in een van de meest bewogen jaren in Nederland. Ze mag, in aanloop naar de verkiezingen, haar zegje uitgebreid doen van Tim. Lees hierboven de woorden van Tim nog maar eens terug.
Oke, dat gezegd hebbende kijken we nog eens naar het, in scene gezette, redactie-overleg:
Toen kwam er iets op ons pad …
We kregen van de woordvoerder van Dilan Yeşilgöz een appje …
… ik begrijp dat je met een item bezig bent over Twitter en bedreigingen …
Niet alleen ik haalde dat er meteen uit; ook de redactie heeft haar bedenkingen:
Fascinerend is “Hoe weten zij dat?”
In zijn, in scene gezette, redactie-overleg zei dus Tim Hofman hierop dat afhankelijk van “de vragen die ik stel” zal blijken of dit gaat “fungeren als VVD propaganda-kanaal“. Nou, dacht ik nog, dan zal dat de eerste vraag zijn die Tim aan Dilan gaat stellen: “Hoe wisten jullie dat wij met dit onderwerp bezig waren?“. Ik vind persoonlijk dat er vanuit de woorden “ik begrijp dat je met een item bezig bent …” een behoorlijke dreiging uit gaat.
Wordt deze redactie bespied door onze overheid? Of misschien wel erger: Maakt deze redactie vooraf bekend wat ze gaan doen aan deze overheid? Is dit, in scene gezette, redactie-overleg, echt gespeeld?
De vraag komt nooit … en dat kan 2 redenen hebben. 1. Tim Hofman wil deze VVD prominent niet in verlegenheid brengen met echte vragen of 2. Als deze redactie de overheid op de hoogte houdt van waar ze mee bezig zijn zou deze vraag een verbaast antwoord generen: “Dat hebben jullie ons toch laten weten“. In beide uitkomsten is Tim natuurlijk aan het doen wat hij zelf zei dat hij niet wilde doen: VVD propaganda maken.
Maar deze uitzending gaat veel verder:
Tim presenteert een lijstje “uit welke hoek de bedreigingen van onze democratische rechtstaat komen“: Jihadisme, terrorisme, georganiseerde misdaad en andere landen. Maar het lijstje wordt aangevoerd door: Anti-institutioneel extremisme. Laat dat even inzakken … Burgers die kritisch zijn op onze overheid zijn gevaarlijker als terroristen, georganiseerde misdaad en andere landen? Dit is natuurlijk propaganda van de bovenste plank. Joseph Goebbels zou hier jaloers op zijn geweest.
Kijk ook even naar de “andere landen” zoals hij zegt of “statelijke actoren” zoals het in het lijstje staat:
Natuurlijk staat hier de Noord-Koreaanse vlag bij. Dat is toch het summum van het kwaad, het grote gevaar voor de hele wereld. Een klein en verschrikkelijk arm landje in Oost-Azië dat ons allen bedreigd.
Vervolgens Iran uiteraard. De VS plannen al jaren een oorlog tegen Iran en in samenwerking met Israel komt die ook steeds dichterbij; de raketten vliegen al over en weer dus dat is een kwestie van tijd.
Ook mag de Russische vlag niet ontbreken in het rijtje. Nee … niet de Oekraïnse vlag natuurlijk want we moeten allemaal snel vergeten dat het land dat ons aan de rand van de afgrond brengt Oekraïne heet.
En dan begint stilaan de propaganda boven te drijven. Sinds wanneer is China een gevaar voor onze democratie? Wat hebben die verkeerd gedaan behalve een economie die de westerse dreigt te overstijgen?
Israel … en niet Palestina … Terwijl dit toch de grote discussie van dit moment is. Ik hoef zeker niet te vragen wat het standpunt van, de onafhankelijk journalist, Tim Hofman is; die lijkt me direct duidelijk.
Het wordt steeds interessanter. Turkije? Onze NAVO bondgenoot? Zou het een rol spelen dat Yeşilgöz niet, zoals wij allemaal denken, van Turkse afkomst is maar Koerdisch?
En is de volgorde geheel toevallig? Is het toevallig dat ik het rijtje precies andersom behandel? Denk erover na, dat is alles wat ik vraag.
Tenslotte wordt het gehele rijtje afgesloten met “links-extremisme“. Maar Tim Hofman ligt dat even toe:
Volgens de NCTV heeft deze beweging vooralsnog niet geleid tot een groei van verbaal of fysiek geweld …
Onder welke steen leeft deze Tim Hofman eigenlijk? Is het geweld van BLM en Antifahelemaal aan hem voorbij gegaan? IseXtinction Rebellionminder verstorend met hun acties als protesterende boeren en koffiedrinkende corona-beleid betwisters? Is hij werkelijk vergeten dat de allerbelangrijkste politieke moordenaar in Nederland sinds Balthasar Gerards, ene Volkert van der Graaf, een links-extremist is?
We denken nog steeds dat de VARA, zeker sinds de fusie met BNN, nog steeds de kritische vragen stelt die noodzakelijk zijn voor het voortbestaan van ons parlementaire democratie. Maar in werkelijkheid zijn ze natuurlijk onderdeel van de NPO en geheel in lijn met de overheid propaganda. Wat ik hierboven min of meer als vraag stel is helemaal niet zo ondenkbaar: Wordt onze overheid (lees NCTV) vooraf ingelicht over de onderwerpen die ze gaan behandelen? Is er sprake van censuur of zelfs zelfcensuur?
Waarom wordt de uitspraak van Hugo de Jonge over “We weten postcodes ongevaccineerden” niet als bedreiging gezien? Oh nee, dat is natuurlijk overheid en als BNN/VARA heb je daar geen kritiek op.
Stel je voor dat je op een dag wakker wordt en ontdekt dat de meeste mensen om je heen niets meer in twijfel trekken. Dat de wereld zo luidruchtig, zo snel en zo verzadigd met informatie is geworden dat de menselijke geest, ooit een krachtig instrument voor onderzoek, onderscheiding en groei, is afgestompt tot passieve acceptatie. Denk daar eens over na. Bedenk wat er gebeurt met een samenleving waar kritisch denken verdwijnt. Waar het vermogen om te redeneren, uit te dagen en na te denken wordt vervangen door onmiddellijke reacties, meningen op oppervlakkig niveau en collectieve echokamers.
In dit artikel gaan we de verontrustende waarheid blootleggen achter het verdwijnen van kritisch denken en de gevaarlijke opkomst van wat sommige filosofen nu collectieve domheid noemen, een fenomeen waarbij massa’s mensen oppervlakkig denken, blindelings verhalen accepteren en hun intellectuele onafhankelijkheid opgeven zonder het zelfs maar te beseffen Aan het einde van deze reis zullen we de krachtigste en meest urgente waarheid van allemaal ontdekken; een die zou kunnen bepalen of we onze geest terugwinnen of volledig verliezen aan een systeem dat is ontworpen om ons comfortabel verdoofd te houden.
Laten we beginnen met een ongemakkelijke waarheid: denken is moeilijk en in de wereld van vandaag wordt het vaak ontmoedigd. De moderne omgeving beloont contemplatie niet; het beloont snelheid, emotionele respons en conformiteit en dit is niet toevallig. Van algoritmen die je alleen voeden met wat je wilt horen tot onderwijssystemen die prioriteit geven aan onthouden boven verkenning. De samenleving conditioneert ons actief weg van kritisch denken.
De filosoof Noam Chomsky waarschuwde ons hier decennia geleden voor in zijn analyse van media en propaganda. Hij legde uit hoe machtsstructuren afhankelijk zijn van wat hij de productie van instemming noemde, met andere woorden, wanneer mensen worden getraind om te consumeren zonder vragen te stellen, om het eens te zijn zonder begrip. Ze worden gemakkelijk te beheren en nog gemakkelijker te misleiden.
Kritisch denken, ooit beschouwd als een fundamentele menselijke vaardigheid, wordt nu als ongemakkelijk beschouwd. Het staat de verontwaardigingscultuur in de weg, het vertraagt online debatten, het daagt ideologieën uit, het durft te vragen “maar is dit echt waar” en in een wereld die geobsedeerd is door gelijk te hebben, wordt het simpelweg stellen van die vraag als gevaarlijk gezien.
Analyseren
Maar hoe zijn we hier gekomen? Het probleem zit diep. Een van de belangrijkste drijfveren is de informatie-overload die we allemaal dagelijks ervaren, volgens neurowetenschapper Daniel Levitin. De gemiddelde persoon verwerkt tegenwoordig vijf keer meer informatie per dag dan een paar decennia geleden. We worden elk moment dat we wakker zijn gebombardeerd met meldingen, berichten, het laatste nieuws, meningen, advertenties en updates.
Onze geest is niet gebouwd voor dit soort input. Wanneer het brein overweldigd is krijgt het kortsluiting. Het begint te vertrouwen op mentale gewoonten, cognitieve vooroordelen en groepsdenken om door complexiteit te navigeren in plaats van ideeën kritisch te evalueren. Het zoekt naar signalen van anderen, vooral van gelijken, influencers of vermeende autoriteiten.
Dit wordt sociaal bewijs genoemd en terwijl het een natuurlijk overlevingsmechanisme is kan het gemakkelijk worden gemanipuleerd. Bedenk hoe vaak je een online bericht hebt gezien met duizenden likes en reacties en ervan uitging dat het waar of belangrijk moest zijn. Dat is geen reden om te spreken. Dat is een psychologische snelkoppeling en het is een van de redenen waarom collectieve domheid zich zo gemakkelijk verspreidt, niet omdat mensen niet intelligent zijn, maar omdat ze worden geconditioneerd om signalen te volgen in plaats van na te denken.
Een andere verontrustende trend is de achteruitgang van lezen, vooral diep lezen. Neurowetenschapper Maryanne Wolf beschrijft hoe onze hersenen opnieuw worden bedraad door digitale media. We scannen titels, lezen memes en hebben moeite om de focus op langere teksten te houden. Maar hier is het addertje onder het gras: kritisch denken vereist aanhoudende aandacht. Je kunt niet analyseren, reflecteren of echt begrijpen als je aandachtsspanne constant gebroken is.
Vraag jezelf af: wanneer was de laatste keer dat je een heel artikel las zonder je telefoon te checken? Wanneer was de laatste keer dat je pauzeerde nadat je iets provocerends had gehoord om na te denken in plaats van te reageren? Deze kleine gewoonten, die ooit gebruikelijk waren, zijn aan het verdwijnen. Wijlen Carl Sagan, een van de grote geesten van de 20e eeuw waarschuwde:
We leven in een samenleving die uiterst afhankelijk is van wetenschap en technologie waarin bijna niemand iets weet van wetenschap en technologie.
Zijn zorg was niet alleen onwetendheid, maar ook de erosie van het vermogen om kritisch na te denken over de systemen waar we afhankelijk van zijn. In een wereld vol meningen, memes en ideologische oorlogsvoering de grootste rebellie is de stille daad van helder denken.
Maar het probleem is niet alleen technologisch of educatief; ook emotioneel kritisch denken is ongemakkelijk. Het dwingt ons toe te geven dat we niet alles weten. Het daagt ons ego uit. Het kan ons leiden tot cognitieve dissonantie.
Waar onze gekoesterde overtuigingen botsen met nieuw bewijsmateriaal, in een cultuur die zekerheid, vertrouwen en identiteit boven alles waardeert, is dit zeer bedreigend. Dus in plaats van te denken, verdedigen we; we trekken ons terug in onze vriendenkring; we herhalen mantra’s; we annuleren; we vermijden; we onthouden slogans in plaats van ons bezig te houden met redenering, het soort eerlijke socratische dialoog dat de filosofische evolutie millennia lang heeft aangedreven.
Wat we nu zien is niet alleen een achteruitgang in denken; het is een sociale verschuiving in de richting van mentale luiheid. Toch zijn de gevolgen verwoestend want wanneer mensen stoppen met denken stoppen ze met vragen stellen en wanneer mensen stoppen met vragen stellen worden ze kwetsbaar voor manipulatie, voor propaganda, voor angst. De vraag die we ons allemaal moeten stellen is:
Wie heeft er baat bij als een bevolking niet meer voor zichzelf denkt?
Lees nog even door, want wat hierna komt, zal onthullen hoe diep deze krachten verweven zijn met ons dagelijks leven en waarom het terugwinnen van ons vermogen om te denken niet alleen een persoonlijke taak is, maar een morele verantwoordelijkheid. Om de wortels van dit collectieve verval te begrijpen, moeten we verder kijken dan de oppervlakte en nagaan hoe bepaalde systemen zijn geëvolueerd; niet om kritisch denken te voeden, maar om het te onderdrukken.
Verklaren
Laten we beginnen met het onderwijssysteem: John Taylor Gatto, een bekroonde leraar en uitgesproken criticus van traditioneel onderwijs, betoogde dat modern onderwijs niet bestaat om onafhankelijke denkers te creëren. In zijn woorden is de waarheid dat scholen niet echt iets leren, behalve hoe ze bevelen moeten gehoorzamen. Gatto beweerde dat de leerplicht in het industriële tijdperk niet was ontworpen om studenten te verlichten, maar om hen voor te bereiden op het fabrieksleven, voorspelbaar, gehoorzaam en niet-storend.
In plaats van te leren hoe we moeten denken wordt ons geleerd wat we moeten denken. Van jongs af aan worden kinderen niet beoordeeld op de originaliteit of diepte van hun gedachten, maar op hun vermogen om te onthouden en te herhalen. Conformiteit wordt beloond, nieuwsgierigheid wordt vaak als afleiding behandeld en na verloop van tijd wordt de boodschap duidelijk: volg de regels, kleur binnen de lijntjes en stel niet te veel vragen.
Dit patroon eindigt niet op school; het wordt alleen maar intenser in het volwassen leven, op de werkplek, in de media. Zelfs in onze vriendschappen leren we dat jezelf uitspreken, consensus in twijfel trekken of impopulaire opvattingen delen je kan beschadigen. De angst voor sociale uitsluiting, om als moeilijk of controversieel te worden bestempeld, is vaak genoeg om zelfs onze meest dringende twijfels het zwijgen op te leggen. En dus blijven we stil. Maar stilte wordt na verloop van tijd medeplichtigheid.
De psycholoog Erich Fromm merkte dit op in zijn boek “Escape from freedom“, waarin hij uitlegde hoeveel mensen stiekem hun vrijheid van denken willen opgeven omdat echte vrijheid gepaard gaat met verantwoordelijkheid en verantwoordelijkheid angstaanjagend kan zijn. Voor jezelf denken betekent dat je anderen niet langer de schuld kunt geven van je onwetendheid; je kunt geen troost meer vinden in de menigte.
Je moet de onzekerheid van de waarheid onder ogen zien en dat is voor velen een te grote last. Dus in plaats daarvan kiezen we voor comfort. We kiezen voor afleiding. We verkiezen eenvoud boven complexiteit en daardoor worden we gemakkelijker te controleren. Sociale Media hebben dit probleem versneld tot onvoorstelbare niveaus. Wat ooit een ruimte was voor wereldwijde verbinding is een slagveld geworden van meningsoorlogen, verontwaardigingscycli en algoritmische manipulatie.
Elk platform is ontworpen om je te laten scrollen, reageren, consumeren, niet denken. Je wordt constant aangespoord in de richting van inhoud die je overtuigingen bevestigt. Je wordt aangemoedigd om onmiddellijk, emotioneel en vaak boos te reageren. De platforms belonen betrokkenheid, niet de waarheid. Ze gedijen bij verdeeldheid, niet begrijpen. En te midden van al dit lawaai wordt de stem van de rede overstemd. Bedachtzaamheid lijkt traag, zwak, zelfs irrelevant. Waarom reflecteren als reageren sneller gaat en meer likes oplevert?
Filosoof Marshall Mcluhan voorzag dit in de jaren zestig. Hij waarschuwde dat het medium de boodschap is, wat betekent dat de manier waarop we informatie ontvangen de manier waarop we denken verandert. De media van vandaag moedigen snelheid boven diepte aan; verontwaardiging over nuance; zekerheid boven nederigheid. Zelfs de waarheid zelf is vervormd geraakt in het tijdperk van verkeerde informatie. Wat waar is, wordt vaak minder belangrijk dan wat viraal gaat. Mensen evalueren niet langer de waarde van ideeën op basis van bewijs of logica.
Mensen beoordelen op basis van hoeveel mensen het ermee eens zijn. Dit is de tirannie van de meerderheid in zijn gevaarlijkste vorm; niet politiek maar cognitief.
Oplossen
Dus hoe gaan we nu verder? We beginnen met het stellen van betere vragen. Vragen die de status-quo uitdagen. Vragen die echte antwoorden vereisen, geen slogans of statistieken ontdaan van context. Wat wordt je verteld te geloven? Wie heeft er baat bij dat geloof? Welke aannames liggen er onder je zekerheid? Hoe vaak zoek je tegengestelde meningen op, niet om ze aan te vallen, maar om ze te begrijpen? Dit zijn geen gemakkelijke vragen, maar ze zijn noodzakelijk omdat het tegengif voor collectieve domheid niet alleen intelligentie is, het is moed. Moed om ongelijk te hebben, moed om te leren, moed om toe te geven dat je het niet weet en om toch aan de reis van het weten te beginnen.
Socrates, een van de eerste voorvechters van kritisch denken, beweerde “De enige ware wijsheid is te weten dat je niets weet“. Dit was geen zelfspot; het was een uitnodiging om nieuwsgierig te blijven, te blijven vragen en intellectueel nederig te blijven in het licht van een enorme mysterieuze wereld. En toch is nederigheid tegenwoordig zeldzaam. Zekerheid wordt aanbeden, arrogantie wordt verward met wijsheid. Iedereen heeft een mening, maar weinigen hebben begrip. Iedereen wil spreken, maar weinigen willen luisteren.
De ironie is dat echte denkers vaak stil zijn, oplettend, gereserveerd. Ze weten dat wijsheid groeit, niet uit lawaai, maar uit stilte, uit contemplatie, uit diepe betrokkenheid bij complexiteit. En dat is precies de reden waarom kritische denkers vaak in de minderheid zijn en genegeerd worden in een cultuur die snelheid en spektakel beloont.
Het langzame denkproces maakt weinig kans maar het mag niet worden opgegeven. Als je eenmaal je vermogen om voor jezelf te denken opgeeft, ben je niet langer vrij; je bent een marionet. Je touwtjes worden getrokken door krachten die je niet ziet, en laten we duidelijk zijn, die krachten zijn niet abstract; ze zijn economisch, politiek en cultureel. Het zijn de bedrijven die profiteren van je verslaving aan hersenloze inhoud, de politici die vertrouwen op je emotionele reacties, de instellingen die afhankelijk zijn van je onvoorwaardelijke gehoorzaamheid.
Maar wanneer je je geest terugwint, verandert alles. Je wordt moeilijker te manipuleren, je begint de illusie te doorzien, je houdt op een passieve consument van ideeën te zijn en wordt een actieve zoeker naar de waarheid en in die daad, hoe klein ook, steek je een vuur aan. Een vuur dat door de geschiedenis heeft gebrand bij filosofen, wetenschappers, revolutionairen en waarheidsvertellers die weigerden te stoppen met denken. Dus de vraag is nu: zul je hetzelfde doen?
Hou nog even vol want in het volgende deel gaan we dieper in op de psychologie achter collectief denken. Je zult ontdekken waarom zelfs de meest intelligente mensen in deze valkuilen trappen en hoe de hersenen kunnen worden misleid om te geloven wat ze willen dat waar is in plaats van wat waar is. We zijn nog niet klaar, sterker nog, de belangrijkste onthulling moet nog komen. Om de opkomst van collectieve domheid echt te begrijpen, moeten we het slagveld in de geest zelf verkennen, ondanks ons geloof in de logica.
Waarheid
De waarheid is dat het menselijk brein veel meer emotioneel is dan rationeel. We geloven graag dat we beslissingen nemen op basis van feiten, maar de realiteit is veel gecompliceerder. In zijn baanbrekende werk “Thinking Fast and Slow” toonde Nobelprijswinnaar psycholoog Daniel Kahneman aan dat onze hersenen werken met behulp van twee systemen: het ene snel en instinctief, het andere langzaam en weloverwogen. Het instinctieve systeem is snel, automatisch en emotioneel. Het trekt overhaaste conclusies, velt snelle oordelen en bespaart energie. Het langzame systeem is doordacht, analytisch, voorzichtig, maar het vereist inspanning en hier ligt het probleem.
In onze snelle “always on“-wereld zitten de meeste mensen vast in de snelle modus. Er is gewoon geen tijd of wil om te vertragen en diep na te denken, dus vertrouwen we op heuristieken, stereotypen en mentale snelkoppelingen die goed voelen, maar vaak verkeerd zijn. Dit is een vruchtbare voedingsbodem voor massamanipulatie van politici, marketeers, mediakanalen. Ze begrijpen allemaal hoe ze onze mentale snelkoppelingen kunnen uitbuiten.
Ze verpakken complexe problemen in eenvoudige binaire bestanden. Ze gebruiken emotioneel geladen taal om de rede te omzeilen. Ze bereiden ons voor met herhaalde verhalen totdat we ze als waarheid accepteren, niet omdat we ze hebben geverifieerd, maar omdat ze vertrouwd aanvoelen. Het gevaar is dat als we eenmaal iets als waar accepteren, onze hersenen dat geloof beginnen te verdedigen, ongeacht het bewijs. Dit staat bekend als “confirmation bias” en het is een van de krachtigste cognitieve valkuilen die er bestaan.
Neem de tijd
om na te denken over je eigen overtuigingen. Hoe vaak zoek je naar bewijs dat je overtuiging tegenspreekt? Hoe vaak luister je echt naar tegenargumenten in plaats van je tegenpunt voor te bereiden? Als je eerlijk bent, waarschijnlijk niet zo vaak als je denkt, en dat is geen fout, het is de menselijke natuur. Het wordt een probleem als we ons er niet van bewust zijn.
Groepsdenken
Een ander sleutelbegrip is groepsdenken, een psychologisch fenomeen waarbij het verlangen naar harmonie of conformiteit in een groep leidt tot irrationele of disfunctionele beslissingen. Het is goed gedocumenteerd in onze geschiedenis, van bedrijfsrampen tot historische wreedheden.
Mensen leggen hun twijfels het zwijgen op omwille van de eenheid. Ze verkiezen consensus boven waarheid. Sociaal psycholoog Irving Janis, die de term bedacht, ontdekte dat zelfs zeer intelligente en goedbedoelende mensen catastrofale beslissingen kunnen nemen wanneer ze afwijkende meningen onderdrukken en kritische evaluatie vermijden. Waarom? Omdat het uitdagen van de groep onveilig voelt. Tegen de stroom in gaan vereist meer dan intelligentie. Het vereist integriteit en moed.
En toch leert de geschiedenis ons dat vooruitgang altijd is gekomen van degenen die anders durfden te denken: Galileo, Darwin, Nietzsche, Martin Luther King. Ze werden allemaal afgewezen, belachelijk gemaakt of aangevallen vanwege hun ideeën, maar ze dachten toch. Ze spraken hoe dan ook en hun bereidheid om de collectieve onwetendheid van hun tijd uit te dagen, vormde de wereld waarin we vandaag leven.
Vergis je niet! Dit komt met een prijs!
Kritisch denken in een maatschappij die twijfel afstraft is een daad van rebellie. Je loopt het risico verkeerd begrepen, verbannen en zelfs gehaat te worden. Maar je krijgt ook iets van onschatbare waarde terug: duidelijkheid, zelfrespect en de stille kracht die voortkomt uit de wetenschap dat je overtuigingen van jou zijn; niet in je geprogrammeerd.
Laten we dit dichter bij huis brengen: waarom voelen zovelen van ons zich verloren, angstig of onvervuld? Zelfs met toegang tot meer informatie en technologie dan welke generatie dan ook? Het antwoord ligt niet in wat we hebben, maar in wat we hebben verloren. Een van de grootste verliezen is de gewoonte van innerlijke dialoog. Het vermogen om met een vraag te gaan zitten, deze te onderzoeken en de waarheid naar boven te laten komen door middel van reflectie.
We hebben ons denken uitbesteed aan machines, aan media, aan de publieke opinie. Maar geen enkel algoritme kan je vertellen wat waar is voor jou. Geen enkele “trending topic” kan je innerlijke stem vervangen en geen enkele massabeweging kan de stille zekerheid van een goed onderzochte overtuiging vervangen.
Dus wat kunnen we doen?
We kunnen beginnen met het cultiveren van ons bewustzijn. Bewust zijn van onze mentale gewoonten. Bewust zijn van de bronnen die we consumeren. Bewust zijn van wanneer we denken en wanneer we gewoon reageren. Een krachtige praktijk is metacognitie. Nadenken over ons denken. Vraag jezelf af wat mijn mening op dit moment beïnvloedt. Sta ik open voor ongelijk, ben ik bezig met dit idee of absorbeer ik het gewoon passief.
Een andere is de bewuste praktijk van dialectisch denken. Het vermogen om twee tegengestelde ideeën in spanning te houden terwijl je ze verkent. Dit is niet alleen intellectuele flexibiliteit; het is mentale kracht. Het stelt je in staat om verder te gaan dan binaire bestanden. Voorbij wij versus zij en in het rijk waar echt begrip wordt geboren.
De filosoof Jiddu Krishnamurti zei: “Om het onmetelijke te begrijpen, moet de geest nog steeds buitengewoon stil zijn“. Die stilte die zo zeldzaam is in onze tijd is waar de zaden van wijsheid groeien. Maar laten we ook ronduit spreken: kritisch denken is niet iets wat je van de ene op de andere dag verwerft. Het is een discipline. Het vereist het lezen van niet alleen koppen, maar ook boeken, volledige argumenten en genuanceerde gedachten. Het vereist niet alleen luisteren naar degenen met wie je het eens bent, maar vooral naar degenen met wie je het niet eens bent.
Het vereist nederigheid; het soort dat onzekerheid accepteert als onderdeel van het pad. En bovenal vereist het de afwijzing van intellectuele luiheid. Als iets te mooi klinkt om waar te zijn, is het dat waarschijnlijk ook. Als iedereen om je heen iets gelooft zonder vragen te stellen, is dat jouw teken om te pauzeren; niet om automatisch in opstand te komen, maar om eerlijk te onderzoeken.
In een tijd waarin onwetendheid luidruchtig is en vertrouwen vaak wordt verward met competentie is diep nadenken niet alleen een persoonlijke deugd; het is een openbare dienst. De toekomst van elke samenleving hangt niet af van de omvang van haar meningen, maar van de kwaliteit van haar denken. De krachtigste verandering begint niet met massabewegingen, maar met één persoon die ervoor kiest om helder te denken in een wereld die dat niet doet.
In het laatste deel van deze reis zullen we de belangrijkste waarheid van allemaal onthullen. De belangrijkste reden waarom kritisch denken verdwijnt en wat je kunt doen om niet alleen dit tij te weerstaan, maar ook om een licht voor anderen te worden. Wat je gaat horen, kan de manier veranderen waarop je naar je geest, je relaties en je rol in het vormgeven van de wereld kijkt.
Psychologische veiligheid
In het hart van deze hele crisis, onder het digitale lawaai, de falende instellingen, de culturele polarisatie, is er iets nog verraderlijkers. De echte reden waarom kritisch denken verdwijnt, is niet omdat mensen er niet toe in staat zijn, maar omdat ze bang zijn voor wat het zou kunnen onthullen. Kritisch denken is alles op het spel zetten wat ons psychologische veiligheid geeft, onze identiteit, onze overtuigingen, onze vriendenkring en voor velen zijn die dingen te kostbaar om in twijfel te trekken.
We leven in een tijd waarin identiteit heilig is geworden. Mensen definiëren zichzelf door hun meningen, hun voorkeuren, hun ideologieën. Het uitdagen van een idee wordt nu gezien als een persoonlijke aanval, maar dit is precies de illusie die het denken vernietigt. Dat wij onze ideeën zijn. Je bent niet je politieke partij. Je bent niet je religie. Je bent niet je sociale groep. Je bent een mens met het vermogen om te evolueren, te leren en te veranderen en die reis van evolutie begint op het moment dat je je waarde loskoppelt van je huidige overtuigingen.
De laatste en belangrijkste waarheid is deze: kritisch denken is niet alleen een intellectuele vaardigheid. Het is een spirituele daad. Het is de daad van het eren van waarheid boven comfort, groei boven zekerheid en vrijheid boven goedkeuring. Het is de stille beslissing om met je ogen open te leven, zelfs als het licht brandt. Want als je eenmaal kritisch begint na te denken, begin je de structuren om je heen te zien, de systemen van manipulatie, de algoritmen van controle, de maskers die mensen dragen en dat kan overweldigend zijn. Het kan zelfs pijnlijk zijn maar het is echt en de realiteit, hoe ongemakkelijk ook, is het enige fundament waarop echte vrijheid kan worden gebouwd.
Zoals filosoof en psycholoog Carl Jung ooit zei: “Mensen zullen alles doen, hoe absurd ook, om hun eigen ziel niet onder ogen te zien” en toch is het onder ogen zien van onze innerlijke wereld, onze onbewuste motieven, onze overgeërfde overtuigingen, onze cognitieve valkuilen de essentie van het denken. Kritisch denken gaat niet alleen over het in twijfel trekken van de wereld. Het gaat erom dat je jezelf in twijfel trekt. Het gaat erom dat je vraagt waarom ik geloof wat ik geloof. Waar komt dit idee vandaan. Welke delen van mij zijn bang om het los te laten.
Als je die vragen eerlijk stelt, gaat er een nieuwe wereld open. Niet alleen een wereld van kennis, maar ook van wijsheid en wijsheid is waar onze samenleving naar hongert.
In een cultuur die verslaafd is aan snelle antwoorden, roept wijsheid diepere vragen op. In een systeem dat is gebouwd op lawaai, biedt wijsheid stilte. In een tijdperk van massale conformiteit durft wijsheid vrij te zijn.
Dit is jouw uitnodiging,
niet alleen om na te denken, maar ook om wakker te worden. Om te stoppen met leven als een product van je omgeving en de architect van je geest te worden. Want geen school, geen systeem, geen enkel social media platform zal dit voor je doen. De verantwoordelijkheid ligt alleen bij jou en als je die aangaat, gebeurt er iets buitengewoons. Je begint helder te zien. Je begint te voelen hoe het is om in overeenstemming met de waarheid te leven.
Geen geleende waarheid, geen populaire waarheid, maar je eigen zuurverdiende waarheid. Je begint op te merken wanneer er manipulatie tegen je wordt gebruikt. Je begint het verschil te zien tussen informatie en propaganda; tussen onderwijs en indoctrinatie; tussen verbinding en prestatie en het allerbelangrijkste is dat je begint te leiden, niet met ruis, niet met ego maar met diepte. Je wordt een licht in een donkere kamer; een stem van kalmte in een storm van verontwaardiging; een geaarde denker in een wereld van reactionairen.
Dit is wat de wereld nu meer dan ooit nodig heeft.
Geen luidere stemmen, geen scherpere argumenten maar diepere geesten. Geesten die bereid zijn om in complexiteit te verkeren. Geesten die bereid zijn te zeggen: “Ik weet het niet, maar ik ben bereid om te leren“. Geesten die niet langer proberen debatten te winnen, maar de werkelijkheid te begrijpen. Als je de wereld wilt veranderen, begin dan met het veranderen van de manier waarop je denkt. Niet omdat het gemakkelijk is, niet omdat het populair is, maar omdat het goed is.
De opkomst van collectieve domheid is geen oorzaak. Het is een symptoom. Symptoom van angst, van vermoeidheid, van een wereld die te afgeleid is om naar binnen te kijken. Maar elke daad van denken duwt duidelijk terug tegen die stroom in. Elk moment dat je pauzeert om na te denken in plaats van te reageren, elke keer dat je een vraag stelt in plaats van het antwoord aan te nemen, elke keer dat je duidelijkheid verkiest boven comfort, eis je je kracht terug.
Dus nu we deze reis beëindigen, onthoud dan: Het meest revolutionaire wat je op dit moment kunt doen, is niet schreeuwen, niet conformeren, niet herhalen maar denken. Laat de anderen slaapwandelen door slogans en schermen. Laat ze hun vrijheid inruilen voor validatie, maar jij niet. Je bent nu wakker en als je eenmaal wakker bent, kun je nooit meer terug.
Als deze boodschap je aanspreekt, deel hem dan. Niet omdat hij trendy is, maar omdat hij nodig is. Omdat kritisch denken niet in stilte groeit. Het groeit in dialoog en als je me nog kunt volgen, weet dan dit: je bent niet de enige. Er is een stille revolutie gaande. Een beweging niet van lawaai maar van geesten; Niet van verontwaardiging, maar van bewustzijn. En het begint elke keer dat een persoon ervoor kiest om de moeilijkere vraag te stellen. Laat die persoon jou zijn. Blijf nieuwsgierig, blijf wakker en zoals altijd: